De Nieuwe Hilterman

35














Home | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | dnheen | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55





http://dnhjournaal.web-log.nl/

 
Click Here!
De Nieuwe Hilterman
VREEMDE ZAKEN
Home
* S T A R T P A G I N A *
V O O R W O O R D
WAARHEID EN REALITEIT
BIOLOGISCH SYSTEEM
SCHOOLSYSTEEM
WERKSYSTEEM
OPVOEDINGSSYTEEM
GEZINSSYSTEEM
ARMOEDE EN RIJKDOM
ONZE A-SOCIALE MEDEMENS
CRIMINELE POLITIE
DE VERZIEKTE SAMENLEVING
(nadelen van 't) STRAFRECHT
zinV O L geweld!
ANARCHIE
TERRORISME
NATIONALISME
DEMOCRATIE
DE MULTI-CULTURELE MAATSCHAPPIJ
DE ZAAK HITLER
OVERHEIDSCOMPUTER
SOCIO-FICTION
ARGUMENTEREN EN DISCUSSIEREN
SEXUALITEIT
DE WAARHEID ACHTER PEDOFILIE
VIEZE VROUWEN...
KAMPEREN
VOEDSELGEWOONTES
REKKEN EN STREKKEN
LOOP- EN WANDELPAGINA
DAKLOOS & THUIS
GOD EN GELOOF
DROMEN
SCHIZOFRENIE?
VREEMDE ZAKEN
pag MYSTIEK
DE DOOD
1 x RIJK!
aanklachtpagina
STRANDpagina
KUUROORD voor de kust
Kattenge!K!
Koning H.
Koning H. (vervolg)
Koning H. (slot)
Cursussen en therapieen
i n t e r v i e w s
ACTUALITEITEN
't Leven van DNH
S a m e n v a t t i n g
F O R U M
b r i e v e n
b r i e v e n (2)
DNH en HIV
N A W O O R D

 

1.) VREEMDE VERSCHIJNING.

In de zomer van het jaar 1989 liep ik eens op een rustige landweg nabij Vogelenzang (N-H) aan de rand van ons uitgestrekte kust-duin gebied. Het was een warme, zonnige dag en het zal een uur of een 's-middags geweest zijn, toen ik heel alleen langs de weg een verlaten, sterk gehavende boerderij zag staan, wat me een mooie plek leek om uit te rusten en m'n middagmaal klaar te maken. Het gebouw leek meer op een ruine, alles was gesloopt, maar achter dat wat eens een woning geweest moet zijn vond ik de tuin, waar de vegetatie al aardig de overhand had genomen. Dit moest jaren onbewoonbaar hebben gestaan, en omdat de omgeving, ondanks het uur van de dag volledig uitgestorven was, was ik ervan overtuigd geheel alleen te zijn. Toen mijn eten op het vuur stond, en ik net een beetje achterover wilde gaan leunen, stond er plotsklaps een wildvreemde man voor me. Ik had hem niet horen of zien komen, dus ik schok behoorlijk. Het was een jongeman van een jaar of dertig, met naar ik meen zwart of donkerblond haar en een baard. Hij was gekleed in een wit t-shirt en spijkerbroek. Hij vroeg me of ik gezelschap beliefde of liever alleen wilde zijn, en toen ik mededeelde dat ik liever alleen wilde zijn, draaide hij zich om en liep de ruine in, richting de weg. Na een minuut of drie werd ik wat argwanend: wat moest die man hier, het was haast onmogelijk dat-ie hier (illegaal) woonde, dus liep ik naar de weg om te kijken of ik hem daar nog zag.
De weg was aan beide kanten kaarsrecht, zonder zijwegen of woningen met inritten en lag pal tussen de weilanden zonder bossage's of anderszins plekken waar de zo plotseling verschenen vreemdeling zich in of achter kon verbergen. Maar ik zag helemaal niets. Niemand aan de ene kant, en niemand aan de andere kant. Zou hij zich dan nog in de ruine verbergen?
Ik heb mijn maaltijd afgemaakt en opgegeten, zonder ook maar iets te horen of te zien dat op zijn aanwezigheid duidde. Ik heb wel eens gehoord van mensen die meenden een lift te hebben gegeven aan een engel, die dan ook zo plotseling in het niets verdween. Deze man verscheen ineens voor me en verdween even plotseling weer.
Was hij een bovennatuurlijke verschijning of niet?
Ik heb het nooit kunnen nagaan, toen ik jaren later nog eens langs die weg kwam, heb ik de ruine ook niet meer kunnen vinden.



2.) VREEMDE JONGEMAN.

Jaren geleden ontmoette ik bij ons in het park een jongeman. Zomaar een intelligente, ook niet zo vreemde, maar ook zekers geen doorsnee jongen van ongeveer mijn eigen leeftijd. Na enige malen hem weer ontmoet en gesproken te hebben -we spraken over zaken waar intelligente mensen over spreken- kreeg ik een meningsverschil met hem over iets onbenulligs, dat hij op een gegeven moment niet meer met argumenten kon verdedigen.
We hadden geen ruzie, maar ik merkte duidelijk dat hij geirriteert was door mijn gelijk.
Plotseling merkte ik op, dat er iets met me gebeurde, iets in mij of in mijn waarnemen. Het was alsof ik drugs had ingenomen en het moment was aangekomen, dat de drugs begon te werken. Maar ik had geen drugs ingenomen. Toen ik me afvroeg wat er dan met me aan de hand was, wist ik meteen het antwoord.
Deze jongeman had een gave, waarmee hij, door concentratie of hypnose wellicht, anderen op een geestelijke, psychologische in ieder geval bovennatuurlijke wijze kon dwingen en manipuleren. Ik weet nog hoe ik naar de kruinen van de bomen keek en dacht: 'de bomen zijn veranderd. De ruimte om de bomen en mij heen is veranderd, en dat doet hij, die kerel die naast me zit!'. Een blinde had dat nog kunnen zien. Toen vroeg ik me af, of ik dan niet tegen deze dwang van die jongen in kon gaan, en ik weet nog hoe ik me erover verbaasde hoe gemakkelijk dat ging.
Ik heb daarna nog even met hem gepraat en merkte toen van zulke vreemde zaken niets meer. De volgende keer echter dat ik hem zag, was-ie erg afstandelijk. Hij werd zelfs beledigend. Toen ben ik maar weggegaan en heb hem -hoewel ik nog regelmatig in dat park kom- daar nooit meer gezien.


3.) OOSTERSE STRIJDER IN VOL ORNAAT.

Soms zijn gebeurtenissen zo vreemd dat je later gaat twijfelen of je ze wel echt beleefd hebt, of wellicht gedroomd. Dit voorval is zo'n gebeurtenis.
Jaren geleden lag ik eens in een tentje aan het strand. Ik lag wat naar buiten te staren, waar de warme zomerzon het zand en de zee bescheen toen ik plotsklaps van rechts naar links vlak voor mijn tent een gedaante door het mulle zand zag rennen, dat ik meteen herkende als een middeleeuwse ninja, een oosterse soldaat, in vol ornaat, dus met volledige bepakking, helm en een heuse lans in zijn hand. Mijn eerste reactie was van 'wat is dat nou', maar in tegenstelling van wat je zou verwachten van iemand bij het zien van zo'n vreemde verschijning, nl. dat-ie op zou kijken en z'n hoofd uit de tent steken ben ik -lui door de warme zomerzon- gewoon maar blijven liggen en liet de dingen op zijn beloop. Daarom ben ik later ook gaan twijfelen of ik dit niet gedroomd heb, maar daarvoor weet ik nog veel te goed dat ik dacht van: 'laat maar lopen, als-ie mij nodig heb komt-ie wel naar me toe'.
Helaas heb ik dus nooit kunnen verifieeren dat wat ik zag ook datgeen was wat ik dacht dat ik zag.
Maar wat zou het dan geweest kunnen zijn?


4.) MAN DIE GOED WEER VOORSPELDE.

Op een van de vele dagen dat ik door de natuur struinde kwam ik eens een man tegen. Nu moet u weten dat ik die dag op zoek was naar zon, om op een geschikt plekje lekker te kunnen zonnen, want veel kans had ik nog niet gehad in die tijd. Het weerbericht had gezegd dat er eerst nog wat wolken en buien, afgewisseld met zon voorbij zouden trekken, voordat het droog bleef en de zon vrijuit schijnen zou die dag. En dat klopte: steeds weer werd zonneschijn afgewisseld met kouwe wolken waar af en toe een bui uit viel, zonder dat ik wist of aan de hemel kon zien wanneer nou dat uitgebreid opklaringsgebied begon en ik ongestoord kon gaan zonnebaden. Om een beter gezicht op de lucht te krijgen liep ik na een uur of wat een heuvel op, maar daar werd mijn zicht gehinderd door de bomen.
Daar ontmoette ik die man, die mij, zonder dat ik erom gevraagd had, verzekerde dat het weer vanaf dat moment zonnig en droog zou blijven. Ik sputterde nog iets tegen, maar hij liet me niet uitpraten en herhaalde zijn bewering, zonder ook maar naar het firmanent gelonkt te hebben, dat er geen wolken meer voor de zon zouden drijven, en verdween.
Ik ben naar een stil plekje gelopen, en alhoewel het wel zes of zeven maal in het laatste uur had geregend en de zon talloze malen werd verduisterd door voorbijdrijvende wolken is het die middag vanaf dat moment kurkdroog geweest, en geen enkele keer meer die middag werd de zon door wolken gehinderd haar warmte op mijn lichaam te stralen.
Nu ben ik geen weerkundige maar ik stond versteld, en nu nog vraag ik me af hoe die man wist dat op dat moment het opklaringsgebied aangekomen was.


5.) VREEMDE GENERAAL.

Wie de film Rambo gezien heeft herinnert zich wel de generaal die Rambo in Vietnam heeft opgeleidt en hem na jaren weer terugziet in het ontruimde politiebureau vanwaaruit Rambo een gevecht tegen het te hulp geschoten leger wilt beginnen. Hij weerhoudt Rambo ervan wraak te nemen en redt daarmee zijn leven. De generaal wordt gespeeld door een bekende toneelspeler waarvan ik de naam niet ken, maar wiens gezicht iedereen kent die veel Amerikaanse films heeft gezien.
Op een dag liep ik van Rotterdam naar Den-Haag en deed daarbij het centrum van Delft aan waar op dat moment een of andere soldatenshow gaande was met soldaten in feest-tenue en een tribune met deftige genodigden omringt door een hekwerk waarachter het gewone publiek de opvoering kon aanschouwen. Omdat ik wel in was voor een pauze besloot ik het evenement een kwartiertje of wat bij te wonen om dan weer verder naar Den-Haag te lopen. Na tien minuten maakte zich van de tribune een man los die aan z'n kleding te zien een hoge piet uit het leger moest zijn, een generaal of zo. Die man loopt meteen naar het hek op de hoogte waar ik -achter wat toeschouwers- stond en keek me heel even heel strak aan, alsof hij me wat wilde zeggen of alsof hij zich ervan wilde gewissen dat de man die hij zag ook werkelijk was wie ik was. Op het moment dat ik hem zag staan kijken naar mij ging er een lichte schok door mij heen: dit was de generaal van Rambo in het verlaten politiebureau. Toen ik me enigzins herstelde en inzag dat hij er slechts op leek, zij het door z'n legeruniform of z'n type gezicht, had hij zich al omgekeerd en liep terug naar de tribune alwaar ik hem niet meer kon zien.
Eventjes dacht ik dat ik weer in de bioscoop zat, maar ik zat niet naar een film te kijken- dit was real-life! Even dacht ik dat ik Rambo was en ik ervan weerhouden werd in m'n eentje een heel leger aan te vallen met tientallen of misschien wel honderden doden als gevolg.
De generaal was echt. Rambo echter is een fictie!


6.) 100-130 MAAL GELD OP STRAAT VINDEN.

Geld vinden op straat is een spannende ervaring die mensen meestal heel hun leven herinneren en niet gauw zullen vergeten.
Maar de meeste mensen zullen in heel hun leven niet meer dan hooguit 2, 3 keer geld (en dan heb ik het hier niet over munt-geld, maar over papiergeld) op straat vinden. U mag het geloven of niet, maar ik heb in de afgelopen 13 jaar plusminus 10 keer per jaar papiergeld gevonden op straat! Het is zelfs zo sterk dat ik enige malen wanneer ik bewust naar geld ging zoeken na enige tijd nog eens geld vond ook!
Laat me u verzekeren, dat je dan wel even staat te kijken!
De eerste helft van mijn leven vond ik net als iedereen nooit iets.
Maar dat veranderde allemaal toen ik m'n kamer opzegde om in de natuur te gaan leven. Sinds die tijd, zo'n dertien jaar geleden, vond ik tegen de 130(!) keer briefgeld op straat. Hondertjes, vijftigjes, maar ook geeltjes (fl.25,-) en tientjes. Ongeveer tien keer vond ik meer dan een briefje, en een maal vond ik op twee achtereenvolgende dagen op twee verschillende plaatsen een briefje van vijfentwintig gulden. Ik heb alleen nog nooit 2 maal op een dag geld gevonden, tenminste niet op straat.
In de periode van september '97- september '98 vond ik, wanneer ik me niet vergis precies 24(!) keer geld, dat is twee keer per maand. Op het laatst dacht ik dat de mensen het expres voor me neerlegden, zo sterk was het! Ik vond eens een briefje van fl.250,- langs het water in het gras. Daar waar iedereen verrukt het briefje in zijn zak zou hebben gestopt om er wat leuks mee te gaan doen, bleef ik koel en met mijn vele ervaringen wist ik dat wanneer er een briefje ligt, de kans groot is dat er nog meer ligt. Dus ik verder zoeken, liggen er nog twee(!) briefjes, samen zevenhonderd-en-vijftig gulden! Kassa!
En het is nog sterker: toen ik jaren later langs datzelfde water liep en bewust zocht naar nog wat weggewaaid geld vond ik zowat op dezelfde plek nog een briefje van honderd! Alsof ik nog wat rente tegoed had!
Tot drie maal toe vond ik papier geld in prullebakken: een keer een tientje, een keer vijfentwintig gulden en een maal een briefje van vijfentwintig en een van tien in elkaar gepropt! Ik heb wel drie maal vals geld (een slechte copie) gevonden, maar die tel ik nog niet eens mee. Ik vond een keer in een plas water in de regen bijna zevenhonderd gulden aan Spaanse of Italiaanse peseta's of lires. Ik weet het niet meer precies!
Overal zag ik geld liggen, het kwam soms alsvanzelf aanwaaien!
Sinds de invoering van de Euro dit jaar heb ik pas vijf (5) keer eurobriefjes gevonden. Op 9 jan. al een tientje, toen eind januari op een zondagochtend toen ik speciaal zocht naar achtergelaten briefjes twintig euro. In april tussen het helm langs de boulevard in Zandvoort nog eens een briefje van twintig.
Van de zomer lag er een vijf-eurobriefje voor de kassa-balie van het gokcentrum waar ik wel eens kom en twee maanden geleden lag er in de goot een briefje van vijf, nat en vuil, te pronken! Toch nog circa 130 gulden! En dan tel ik al het muntgeld nog niet eens mee!
Is er een verklaring voor dit vreemde verschijnsel? Dit kan toch niet meer toevallig zijn! Nu nog maar hopen dat ik een tas vol met bankpapier geld vind, kan ik tenminste een tijdje vooruit. Of een tas vol met sieraden, voor de verkoop.
Ik heb natuurlijk al eens een zak vol sieraden gevonden, maar die waren nep.
Deed overigens toch nog vijfenzeventig gulden bij een tweedehandszaak, maar net als die ene gouden ketting waar ik bij de juwelier nog een meier voor kreeg, en die plusminus vijf zilveren kettinkjes en/of armbanden telde ik ze niet mee bij die 130 keer!


6a.) NAVOEGSEL.

Schreef ik vorige maand nog dat ik nog nooit twee maal op een dag geld op straat had gevonden, per vandaag, de zesentwintigste oktober van het jaar 2002 Onzes Heren, mag dat dan veranderd zijn en worden geboektstaaft.
Ongelooflijk maar waar; vandaag vond ik twee maal een euro-bankbiljet op straat.
Eenmaal vanochtend, toen ik net een kwartier op straat liep 5 euro. Dat was de zesde maal dit jaar. Vanmiddag, om een uur of twee, vond ik tussen het gras van de trambaan een briefje van twintig euro.
Het lag er niet met de meest opvallende kant naar boven (met het haarscherpe donkerblauwe getal twintig), maar mijn geoefend oog kon de licht-blauw met witte, kleinere getallen twee en nul onmogelijk ontgaan.
Weliswaar zocht ik bewust naar iets waardevols of bruikbaars, maar ga maar eens zoeken buiten; hoe lang denkt u dat u erover doet voor u papiergeld gevonden heeft?
Dit kan toch geen toeval zijn. Sinds 1989 heb ik zeker 130 maal bankpapiergeld op straat gevonden, meestal zocht ik er niet eens naar.
Alleen dit jaar al zeven keer = per saldo 85 euro! Welke verklaring is hiervoor?
De meeste mensen die ik ken vinden nooit geld op straat.
Ik meen overigens -maar ben er niet zeker van- dat sommige plekken in de stad steeds weer terugkomen in mijn geluk. Met andere woorden: bestaat er een verband tussen de plekken waar ik steeds weer geld vind? (rond een straat in de stad vond ik reeds zes of zeven keer geld). Maar ook in andere steden vond ik steeds weer (verschillende malen) geld.
Ik heb wel eens gelezen over zogenaamde leilijnen, krachtvelden in de aarde welke een bepaalde invloed op ons gedrag en/of welbevinden hebben. Het is allemaal zo vreemd, zo toevallig.
Zo toevallig, dat het geen toevallig meer kan zijn, wanneer het zo vaak voorkomt! Maar wat is het dan wel?
In ieder geval een vreemde zaak...


6b.) EXTRA NAVOEGSEL.

Waar houdt toeval op en begint magie en het bovennatuurlijke?
Keer op keer ligt het geld gewoon voor mij op straat! En zo vaak weer!
Het zag er financieel deze maand -na de dure feestmaand december- ruim voor ik weer geld zou ontvangen, niet bepaald rooskleurig voor me uit.
Acht dagen geleden besloot ik m'n geluk te beproeven in onze hoofdstad Amsterdam, en toog, op een zondagochtend, zonder geld naar Mokum. Na nog geen twintig minuten zoeken vond ik, even voorbij de Dam, opgevouwen in de gaten van een putdeksel, tussen allerlei papiertjes en vuil een tien-Euro-biljet! Zes dagen later op de Wallen vind ik een verloren briefje van twintig Euro!
En vandaag, eveneens in Amsterdam, vond ik een platgereden, goudklomp-hangertje van 3,8 gram en 22 karaat, zegge zesentwintig kei- en keiharde Euro's!
Niet gek voor iemand die financieel totall-los was!
Dit betekent dat ik, net als verleden jaar -het eerste jaar van onze Euromunt-, reeds in januari tot twee maal toe Europees bankpapiergeld gevonden heb! Wat staat mij in hemelsnaam nog allemaal te wachten?
En wordt het niet onderhand een beetje onverklaarbaar wat me- nu dus al bijna 14 jaar lang- steeds weer overkomt: geld dat uit de hemel lijkt te zijn gevallen en voor m'n voeten op straat ligt!
Of vinden wel meer mensen tien keer per jaar geld op straat? Ik heb er nog nooit iemand over horen klagen!
Er moet ergens een causale verklaring voor te vinden zijn!


6c.) EXTRA NAVOEGSEL.

In Februari heb ik maar liefst vier(!) maal geld gevonden, waarvan drie keer op drie achtereenvolgende dagen!
Het ongelooflijke is me overkomen: de eerste zoekdag (in A'dam) vond ik tussen het vuil wat maandenlang moet hebben liggen vervuilen een oud briefje van honderd gulden. De tweede, derde en vierde zoekdag die week vond ik maar liefst respectievelijk een briefje van vijf, tien en twintig euro!
Drie dagen achter elkaar baar geld vinden op straat, en vier keer in een week is, na alles wat ik reeds gevonden heb, zelfs voor mij te gek.
Maarja; ik laat het niet liggen want dat zou zonde zijn!


6d.) EXTRA NAVOEGSEL

Ter afsluiting van dit jaar heb ik maar liefst 12(!) keer papiergeld gevonden, of ik er nu naar zocht of niet!
Eerst dus tien euro in een Amsterdamse putdeksel. Toen een briefje van twintig euro op de Wallen (midden op straat!). Dan een briefje van honderd gulden (tussen het vuil), dan drie dagen achter elkaar(!) achtereenvolgens vijf, tien en twintig euro, en in de periode oktober-december vond ik nog maar liefst tot zes keer toe(!) een briefje van vijf euro!
Dat is honderenveertig euro!
Waar gaat dit naar toe, en wat brengt mij het jaar 2004?!
Ik houd U op de hoogte.


6e.) EXTRA NAVOEGSEL.

Al half januari vind ik weer een briefje van vijf ('t zevende op rij sinds oktober).
't Lag onder een rooster pal tegenover 't gerechtsgebouw hier in Haarlem, en 't vergde nog een hele toer 't te pakken te krijgen.
Maar rond die tijd vind ik -ook tijdens het zoeken- in Amsterdam in een vuile enveloppe (er moet talloze malen overheen gereden zijn) met maar liefst elf(!) briefjes van honderd dollar(!)!
Helaas bleken ze bij de bank allemaal zo vals als een oude vrijster, dus de korte roes van financieele euforie (ik had geen cent meer en moest nog zoveel doen) verbleekte plots voor een depressie die wel 24 uur aanhield!
Daarna kon ik het accepteren in inzien, dat mijn kansen op het vinden van een grote geldsom door dit voorval eerder waren toegenomen dan verkleint.


6f.) WAT GEBEURT ER TOCH ALLEMAAL? HET LIJKT WEL ALSOF ALLE GELUK, DIE ME DE BANKBILJETTEN DIE IK DE AFGELOPEN VIJFTIEN JAAR GEVONDEN HEB DEED TOEKOMEN, DIT JAAR (2004) TEGEN ME WERKT.

Een week of drie geleden vind ik -berekend vanaf oktober vorig jaar- m'n negende(!!) briefje van vijf Euro (achter elkaar!).
In januari vind ik die elfhonderd valse dollars waarvoor ik twee maanden geleden nog drie dagen voor heb vastgezeten.
Een week of vijf geleden was er die zwerver die drie meter voor mij een briefje van 20 Euro van de straat opraapt (en roept: 'Dit is al de tweede!').
Vandaag dan -de hele dag doodziek erdoor, ondanks het prachtige weer- loopt er zo een pipo de bakker uit en verliest, vlak voor mijn voeten, een pakje Marlboro.
Ik -tuk op een herendienst-, ik zeg: 'He, mijnheer, Uw sigaretten!'. Ik raap ze voor hem op, geef het pakje aan hem (nadat-ie zich eerst omdraait, omdat ik 'm riep), waarbij ik onwillekeurig het pakje omdraai en hem hoor zeggen: 'O, bedankt, want er zit nogal een hoop geld in!', en tegelijkertijd zie en voel ik tussen het pakje en de folie er omheen een dik pak, opgevouwen bankpapier! Wel 500 Euro!
'Bedankt, hoor!'


6g.) ...EN IK HAD AL ZO EEN VOORGEVOEL!

Vanmiddag, eindelijk, na bijna twintig keer eurobriefjes van onder de vijftig gevonden te hebben sinds de invoering van de Euro, bijna 3 jaar geleden, na talloze keren mijn speurende blik langs stoepranden, goten en bossages langs de straat naar briefjes van -als 't effe kon- 50 Euro, naar dat eerste briefje van vijftig (weet hoeveel briefjes van fl.100 ik gevonden heb (en ook fl.50)), dat ik toch vroeg of laat zou moeten vinden, na 9(!) maal achter elkaar briefjes van vijf Euro gevonden te hebben (sinds okt '03), met uitzondering van die $1100 in januari die vals bleken te zijn en dat pakje sigaretten met een pakje briefjes van 50 van, misschien wel tien of meer stuks, dat ik in al mijn stommiteit terug gaf aan de eigenaar ('t pakje viel op de grond toen hij voorbijliep, vlak voor m'n neus, maar op de verkeerde kant, dus met de zijde waar het geld zat naar de grond toe en onzichtbaar, zag alleen het pakje marlboro, zie ook hierboven), vond ik, bij de kassa van de supermarkt, op de kille tegelvloer, geheel onbekommerd en alleengelaten, als roepend naar een aardige voorbijganger die haar in zijn warme portefeuille zou stoppen en om haar geven en van haar houden zou, een oranje eurobriefje van 50 Euro!
En ik had reeds zo een voorgevoel in de vroege lente dit jaar, en deze maand ook nog een paar maal gedacht: ik zou, als het goed is, deze maand nog wel iets vinden, winnen of krijgen. Als 't goed is, ja!
Nu, DNH-lezers, en allen die mij tot hier gevolgd hebben: 't is goed, ja!
Voor de ik meen achtste keer dit jaar (ik meen vanaf vorig jaar oktober tot het einde van dat jaar vier maal een briefje van 5 Euro gevonden te hebben en dit jaar 5 keer -de laatste zo'n vier maanden geleden- ik weet niet meer precies waar of wanneer, maar wel dat 't twee maal notabene op ongeveer dezelfde plek en in dezelfde straat lag!) briefjes van de bank gevonden (ik zou dus, naar ongeveer 't gemiddelde, dit jaar nog twee keer -papier- geld moeten vinden), op een uitstekend moment (ik had niks meer en moest nog minstens 'n week of acht dagen wachten tot ik mijn uitkering kreeg!), voor de zeker honderdenvijftigste keer sinds 1989, toen ik besloot dakloos te gaan kamperen (daarvoor vond ik welgeteld -in elf jaar- 1 maal een briefje (van honderd) in, ik meen 1978!), en ik voorvoelde het nog ook! (en ook niet voor de eerste keer!)
Mijn ontsteltenis over zoveel toeval toont zich nog het meest in mijn sprakeloosheid...!


6h.) UPDATE.                                                        jan 05

Vorig jaar oktober, twee dagen nadat ik dat briefje van vijftig Euro in de supermarkt zag liggen, vond ik -tijdens 't zoeken- weer een briefje van vijf Euro ('t elfde op een rij).
Een dag of tien geleden (weer tijdens 't zoeken) 't twaalfde briefje van 5 Euro.
Drie dagen geleden -op dezelfde plaats- 2 m. verder 't dertiende briefje.
Vanmorgen -eveneens tijdens 't zoeken- 't (sinds okt 04) 14e (!!) briefje van vijf.
Dat laat de teller van het aantal malen (papier-)geld vinden, vorig jaar op -slechts- 7 staan (exclusief dat pakje sigaretten met 'n stapeltje 50 Euro-briefjes en die enveloppe met elf valse briefjes van honderd dollar), terwijl de teller van dit jaar reeds op drie staat (en de maand januari is nog niet om!).
Terwijl ik sinds oktober 03 -dus in 16 maanden tijd- reeds 14(!) briefjes van vijf Euro vond.
Ach, ja; alles went!
(De laatste drie keer -meen ik- zelfs met een sterk voorgevoel -dus ik zocht op een plek waarvan ik sterk 't vermoeden had dat daar wel 'ns geld zou kunnen liggen- gevonden!).
Ach, niemand hoeft 't te geloven, om toch dat geld -o zo nodig- goed te kunnen besteden!
P.s.: En, jawel, hoor.
Zonet nog, dus drie dagen na 't laatste briefje- weer een briefje van vijf gevonden.
Ik zag een enveloppe liggen bij de uitgang van V&D. Enveloppen wekken altijd mijn argwaan op. Ik raap 't op, en jawel..
weer een briefje van vijf Euro! ('t vierde dit jaar (pas de 28e jan.), en 't vijftiende briefje van vijf Euro sinds okt. 2003!
Als ik niet zo nuchter van aard was geweest was ik, denk ik, allang gek geworden!


7.) UFO'S ZIEN.

Het waarnemen van een UFO is een van de meest sensationele dingen die iemand overkomen kan. Toch hoeft een UFO-waarneming lang niet zo sensationeel te zijn als u wellicht verwacht of in ongelooflijke getuigenissen van gekleurde lichtbollen tot aan ontvoeringen toe beschreven is.
Sinds dat ik de open hemel als dak koos mocht ik drie maal een UFO-waarneming doen; een twaalf jaar geleden op het strand en twee binnen een kort tijdsbestek van ongeveer een jaar, twee jaar terug.
Maar vergeleken de laatste twee waarnemingen van enkelt wat vreemde lichten was de eerste UFO die ik zag een spectaculaire belevenis!
Ik lag in de zomer van het jaar 1990 of 1991 op het strand. Het was al 's-avonds na tienen, de zon was net onder en ik ging slapen. Ik lag daar in mijn slaapzak een beetje voor me uit te kijken naar de lucht, toen ik plotseling hoog boven me, zo hoog als vliegtuigen vliegen welhaast, een vreemd vliegend voorwerp geheel geruisloos langzaam zag overkomen, waarvan de vorm het best omschreven zou kunnen worden als een vliegtuig zonder middenschip en staart, alleen de vleugels, maar dan veel breder dan de vleugels van een vliegtuig. Ik weet niet hoe groot het luchtschip was, maar ik schatte de hoogte waarop het vloog op vijf tot tien, misschien twaalf, kilometer, en het deed me op dat moment nog het meest denken aan de diamanten boemerang uit het Suske en Wiske-album 'De diamante boemerang' van Willie Vandersteen.
Later, toen ik erover nadacht besefte ik dat het wittige op de UFO, witte punten of spatten omringt door een witte contourlijn, hetzelfde gebroken wit was als dat van de wolken, die door hun hoogte nog beschenen werden door de stralen van de al ondergegane zon!
De UFO maakte op een gegeven moment (na ongeveer tien-vijftien sec. op matige snelheid rechtdoor gevlogen te hebben) een s- of z-bocht van twee flauwe, tegengestelde hoeken van 45 graden, om met met dezelfde snelheid en richting verder te vliegen totdat het achter de wolken verdween, in het zuid-oosten, waar de wolken donkerder werden. Maar het spectaculairste gedeelde komt nog!
Ik lig na alles wat ik gezien heb een beetje onwennig naar de lucht te kijken en naar de plek waar de UFO verscheen, toen ik weer naar de plaats keek waar het achter de wolken verdween en ik nog net kon zien hoe, op de plaats waar het zich had moeten bevinden als het op dezelfde snelheid en in dezelfde richting verder was gevlogen, in een fractie van een seconde, een witte-lichtgroene lichtflits met meteen daarachter een lichtstraal te zien was -alsof het luchtschip met een waanzinnige snelheid dwars door de atmosfeer van de aarde wegvloog! Echt waar! En de kleur van die flash, met dat summier licht-groene
randje dat je alleen maar in strips en films ziet!
Dit moest wel een buitenaards luchtschip geweest zijn, en eenieder die daar naarboven zou hebben gekeken zou hetzelfde als ik gezien hebben.
Echter zij, wie het ook geweest zijn, waren in het geheel niet zo gepassioneerd door ons als ik was door hen, en vlogen anoniem weg de geheimzinnige cosmos in!
Een of twee jaar geleden zag ik tot twee maal toe binnen een half of anderhalf jaar (ik weet het niet meer precies) liefst vanaf een en dezelfde plek vreemde verschijnselen aan de hemel.
De eerste keer was op een februari-avond, toen het al lang donker was. Ik bevond me op een kleine heuvel ergens in het park, toen ik links van mij -in het westen- het -wat ik eerst meende- schijnsel van de vleugelspots van een laagvliegend vliegtuig op de bewolking zag weerkaatsen. Ik begreep nog niets toen ik geen vliegtuiglawaai hoorde, maar toen ik enige momenten later (zal het enkele seconden geweest zijn of een halve minuut; zulke zaken blijven altijd in het ongewisse) naar de hemel opkeek zag ik een zwerm zwakke lichtpunten die elk een sterschijnsel hadden, in een groep krioelend alsof ze met elkaar wedijverden over de beste plaats in de groep, van links ('t westen -bij benadering) naar rechts bewegen om, hoog aan het firmanent in zwakke lichtpunten te veranderen, hun snelheid te verminderen (of linksom de bocht van mij af bewogen) en verdwijnen in het donker.
Toen ik wederom mijn hoofd naar links boog, zag ik een tweede groep idemdito, alleen nu waren het meer lichten en een grotere groep die dezelfde weg volgden, en in enkele seconden van links naar rechts aan de hemel verschenen en weer verdwenen. Er waren twee passanten die ik op de vreemde verschijnselen wees waarvan er een in het geheel niet reageerde en de ander slechts sprak :'Ja, er zijn vreemde zaken..', zonder op of om te kijken, waarna ze verdwenen. Maar nog voor ze verdwenen zag ik alweer een nieuwe groep, zo groot als de eerste, dezelfde beweging maken. Alle drie keren had ik de groep niet aan zien komen, want steeds keek ik in de hoek waarin ze verdwenen, wanneer de volgende groep verscheen. Ze maakte geen geluid en na de derde groep heb ik nog geruime tijd naar boven gekeken, en naar de hoek vanwaaruit de groep mysterieuze lichtpunten-groepen waren verschenen, maar heb niets merkwaardigs meer kunnen ontdekken. Later bedacht ik me, dat wellicht alleen het schijnsel van de motorenuitlaten te zien kan zijn geweest, en niet de luchtschepen zelf (door de afstand en het duister). Wanneer je een vliegende straaljager van opzij van dichtbij in het donker zou kunnen bekijken, zou men de straal van de motoruitlaat als een horizontale, langwerpige lichtstraal zien, die in lichtsterkte aanzwelt naarmate ze dichterbij de uitlaat van de straalmotor komt. De straaljager zelf blijft onzichtbaar. Wanneer hij plotseling een bocht zou nemen en van ons af zou bewegen, zouden we de langwerpige vlam eerst korter zien worden voordat ze in een punt verandert wanneer de jet in de bocht is, en het lichtpunt van z'n uitlaat in het niets zien verdwijnen, naar mate hij verder van ons af raakt.
Waarschijnlijk werd mij zo'n effect gewaar, maar dan niet van straaljagers, maar van toestellen van een beschaving die in techniek de onze ver vooruit moet zijn!
Een half jaar of zo later ('t was in ieder geval veel en veel sneller dan de periode tussen de eerste waarneming en de tweede) zag ik, terwijl ik nota bene op diezelfde heuvel stond, weer ongeidentificeerde vliegende voorwerpen, zij het uit een meer zuid-westelijke hoek.
Het was ook lang niet zo spectaculair als de eerste twee: wanneer ik op dezelfde hoogte naar de hemel had gekeken, maar pakweg 60 graden zuidelijker of westerlijker, had ik hoogstwaarschijnlijk niets opgemerkt. Ik keek toevallig de goede richting op waardoor ik heel klein in de verte vijf of zeven lichtjes, als aan een touw aan elkaar geregen, achter elkaar het heelal zag doorklieven. Het was geen meteoriet, want die gaat veel sneller, en het was geen satelliet, die gaat veel langzamer en is altijd slechts een lichtpunt; dit waren er meer.
Mijn twijfel of het deze keer weer een UFO betrof echter werd geheel weggenomen toen ik plotsklaps zag dat het eerste lichtpuntje een uitwijkmanoevre maakte, alsof het voor iets uit de weg week, om daarna meteen weer zijn weg te vervolgen, met zijn achtervolgers in het kielzog, die allemaal dezelfde uitwijkmanouvre maakten! Toen werden de lichtpuntjes zwakker en zwakker, om geheel onzichtbaar te worden of te verdwijnen. Het geheel duurde hooguit 15, 20 seconden waarna ik niets verdachts meer heb gezien.
Heel vreemd allemaal: ik kijk nogal vaak naar de hemel omdat ik er op mijn vele tochten zoveel mogelijkheden toe heb, maar deze lichtjes op een rij, heel ver het heelal in heb ik, daarvoor en daarna, nooit gezien.


8.) VIJANDIG PAARD.

Op een van mijn reizen in het buitenland ben ik eens verzeild geraakt op een camping op het deense Romo (spreek uit reumeu), het meest zuidelijke waddeneiland van Denemarken in de Noordzee. Toen ik mijn tentje had opgezet en ingekwartierd en opgefrist was ben ik de omgeving gaan verkennen. Al heel gauw zag ik buiten de camping twee paarden aan het hek van een weiland staan, met voor het hek twee mensen, toeristen of zo, die die beesten aan het aaien en begroeten waren. Ik besloot het tavereel van dichtbij te bekijken, maar toen ik het weiland naderde merkte ik een vreemde, overweldigende gedachte bij me op: een van de paarden had een sterke, overklaarbare antipathie jegens mij en vond het niet fijn dat ik dichterbij zou komen.
Maar ik nam deze impuls niet serieus en deed haar af als flauwekul, en naderde het weiland met de twee paarden. Tot mijn enigzins behoorlijke schik begon dat paard te hinneken, achteruit te wijken en wilde zelfs gaan stijgeren! Ik heb de boel maar niet op de spits gedreven en ben weggegaan, en het paard dat zo vreemd deed (ik hou van beesten, en heb dit gedrag nog nooit, zelfs niet bij honden, meegemaakt) werd weer rustig.
Het andere paard deed gewoon.
Toen ik een paar weken geleden dit gebeuren ergens anders voor beschreef, dacht ik heel geconcentreerd aan die momenten op Romo, en aan wat er door mij heen ging toen ik het weiland naderde. Ik had heel sterk het gevoel dat dat paard niet wilde dat ik dichterbij zou komen, maar wanneer je zo een signaal krijgt, sla je er geen acht op. Tot het idee bij me opkwam, en ik ben me bewust dat ik nu veel van uw inbeeldingsvermogen verg, dat ik, of althans mij geestesoog -niet mijn vleselijke ogen- toen ik het weiland met de twee paarden naderde, boven dat weiland een voor het gewone oog onzichtbare zwarte gedaante heb zien zweven dat niet wilde dat ik in de buurt van dat paard komen zou. En dat paard had geen hekel aan mij, maar was bang voor die zwarte, onzichtbare gedaante die zijn geestesoog gezien moet hebben toen het zich tussen mij en het paard bevond.
Waarom dat schepsel niet zou willen dat ik dat paard zou begroeten of waar het vandaan kwam weet ik niet.
Misschien is het mijn eigen fantasie die op hol was geslagen, misschien dat het goed mogelijk is dat dingen zo zijn als ik hierboven beschrijf.
Ieder moet dat voor zichzelf maar uitmaken, ik getuig alleen maar.


9.) BEWUSTE DROMEN.

Lucide dromen, zoals bewuste dromen met een net woord genoemd worden, zijn dromen waarin we, in tegenstelling tot gewone dromen, waarin we denken dat wat we dromen ons ook echt overkomt, ons beseffen dat we dromen, wat gepaard gaat met intensieve, gelukzalige gevoelens die we tijdens het wakend bewustzijn niet kennen. (Of het zouden hallucinatie's van drugeffecten moeten zijn.)
Wanneer uzelf wel eens bewuste dromen heeft meegemaakt weet u precies wat ik bedoel.
Ik heb een paar bewuste dromen meegemaakt, maar weet dat ik veel meer bewuste dromen heb gehad, die ik vergeten ben na het ontwaken en me weer herinnerde bij andere nachtelijke dromen.
Bij alle lucide dromen had ik het gevoel een top-ervaring te beleven die me totaal boven mezelf en boven al wat me in het wakend bewustzijn overkwam uit deed stijgen, en dat mijn geestesvermogen pas dan goed tot zijn recht kwamen, waarbij mijn geest in het dagelijks stoffelijke leven in vergelijking verschompelde tot een van de eerste zwart-wit kijkkasten uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, vergeleken bij de moderne hi-fi breedbeeld kleurentelevisie van nu.
Door deze dromen is geluk voor mij een gekaderd begrip geworden: terwijl we overdag de meest onmenselijke misere over ons heen kunnen krijgen zijn we 's-nachts, wanneer we alle pijn en leed van overdag zijn vergeten, intens gelukkig en kunnen we in fases geraken, die niet te vergelijken zijn met de gelukkigste perioden die we overdag meemaakten of kunnen meemaken!
Omdat, wat anderen ons ook voor kwaad kunnen aandoen, we altijd weer terugkeren naar de droomwereld, en dit geldt al helemaal wanneer we de dood als een (bewuste?) droom bezien,- dan worden we zelfs geholpen door onze tegenstanders wanneer ze ons vermoorden, in de overtuiging dat ze ons tekort doen en kwetsen, worden wij onaantastbaar voor al het kwaad dat ons tijdens het leven in de materieele wereld overkomen kan, terwijl de kwaadwillende of onwetenden met hun karma hun verdiende straf nimmer ontlopen kunnen.
Dat is het hoofdzakelijke wat ik van die dromen geleerd heb: de betrekkelijkheid van ons wakend bewustzijn en ons al dan niet miserabele hetzij gelukkig bestaan in het leven. We zijn het onszelf niet bewust dat we veel meer zijn dan wat we nu denken, en dat we ons elke nacht weer kunnen herinneren wie we werkelijk zijn, en we veel gelukkiger zijn dan we overdag zijn, om dit alles weer bij het aanbreken van de ochtend -voor een dag- te vergeten!


10.) GIFTIGE AARDBEIEN.

Op een woensdag liep ik over de biologische markt bij ons in de stad toen ik bij een groenteboer, waar ik wel eens meer wat gekocht had, een paar kratjes aardbeien in de aanbieding zag staan. Toen ik wat ervan bestelde, zei het personeel achter de kraam me dat ik een zakje kon pakken en mezelf kon bedienen, dus nam ik een zakje van de stapel die in een van de kratjes was gelegd en begon het met de aardbeien te vullen.
Een sterke gedachte drong bij me op toen ik m'n hand graaiend naar de rode vruchtjes toe bewoog, welke ik meteen weer negeerde omdat ik wel vaker op die manier fruit gekocht had en nog nooit ziek was geworden. Het was de gedachte dat, vanwege de zelfbediening, iedereen met zijn handen in het eten had kunnen roeren en dat daarbij gevaarlijke of ziekmakende bacillen overgedragen werden, maar mijn bewuste negeerde die gedachte met de sussende ervaring dat het wel meeviel met die ziektekiemen van vuile handen van andere mensen.
's-Avonds na het warm eten spoelde ik de aardbeien een weinig met wat lauw water en voegde ze bij het dessert. En wat denkt u? Precies!
Ik werd die nacht zo ziek als ik nog nooit geweest was! Kotsend en dunne diarree spuitend ben ik de nacht doorgekomen. Ik voelde me zieker dan met de zwaarste griep.
Gelukkig viel ik laat die nacht in slaap en was ik de volgende ochtend al aardig wat opgeknapt, maar meende werkelijk in al mijn ellende het er niet levend vanaf te brengen, zo miserabel heb ik me gevoeld.
De volgende dag heb ik de proef op de som genomen en 's-avonds, na ze nog eens grondig gewassen te hebben, het laatste beetje van de aardbeien dat nog over was wederom bij de vla opgegeten. En weer werd ik -zij het in veel mindere mate- enigzins ziek.
Omdat ik voor de rest allemaal andere voedingsmiddelen tot me genomen had moest die ziekte dus wel van die aardbeien zijn, waar ik bij de aankoop zo een opdringende gedachte bij had gehad dat ze wel eens besmet konden zijn.
Toevallig? Of zijn wij, in het diepst van ons onbewuste, ons van alle kennis bewust, en kan die informatie door zulke waarschuwingsgedachten-impulsen naar het bewuste gestuurd worden?
U mag het zeggen!


11.) VOORSPELLENDE DROMEN EN GEDACHTES.

Het meest onbewuste van alle ervaringen met vreemde zaken is deze over voorspellende dromen en gedachtes. Dat komt omdat deze dromen en gedachten, op het moment dat ze me overvielen, door het bewustzijn werden genegeerd en afgekaatst en omdat ik me vaak pas na lange tijd kon herinneren dat ik die gedachte of droom had, en dat ze voorspellend waren geweest.
Bij de ene voorspellende droom die ik me kan herinneren werd het me pas na lange tijd duidelijk dat de kamer en de straat waarin ik me bevond -en in die tijd veel kwam- eenmaal in een droom is voorgekomen, toen ik die straat en die kamer niet kende.
Bij een nogal typerende gebeurtenis in mijn leven, welke gerust als een bakermat in mijn prive-leven gezien mag worden, herinnerde ik me pas jaren later dat ik in de maanden voor die gebeurtenis een bepaald bedrag dat zo cruciaal was voor deze verandering enige malen hardop in mezelf heb gezegd.
Terwijl ik toen nog helemaal niet wist wat er boven mijn hoofd hing, laat staan dat ik wist dat het een voorspellende gedachte was!
Het typerende van deze onbewustheid, deze slaper in ons terwijl we klaar wakker zijn, komt bij mij heel mooi tot uiting in sommige keren dat ik het nummer dat ging vallen bij het roulette-spel latent van te voren wist. Op de een of andere manier is dit voorgevoel een juist aanvoelen en beleven van a: het onbewuste en b: het bewuste. Daarom meen ik ook op mijn pagina Rekken en strekken dat deze ontspanningsoefeningen het goed-raad percentage van -in dit geval- de nummers die bij het roulette-spel gaan vallen zo sterk verhoogt: voor een juist evenwicht tussen het bewuste en onbewuste is innerlijke rust en ontspanning onontbeerlijk. Goede invallen is een kwestie van je bewust zijn van twee zaken: het onbewuste, waar wij geen directe greep op hebben, maar welke we wel door gezondheidstraining kunnen onderhouden, en het bewuste,waar wij in feite ook geen greep op hebben, omdat ze voort komt uit het onbewuste, en welk -bewijsbaar- positief valt te beinvloeden door gezondheid en lichaamsoefeningen te doen. Maar soms lopen onbewustzijn, bewuste en de gebeurtenissen om ons heen synchroon: toen ik begin dit jaar een Jackpot won, en het tot me doordrong dat ik zeventienhonderddrieentachtig euro en veertig eurocent had gewonnen -precies op het moment dat ik deze cijfers op het display voor me zag oplichten, drong het tevens tot me door -als een deja-vu- dat ik dit bedrag kende, en dat ik ze in de weken voordien, deze cijfers, de zeventien, de acht, de drie en de vier, al gezien had. Onbewust wist ik dat dit bedrag en deze prijs, die zo van belangrijke waarde voor me was, een belangrijke betekenis voor me zou krijgen, en speelde er in voorspellende gedachte mee. Toen ik de prijs en de cijfercombinatie zag, werden die onbewuste gedachtes door de herkenning bewust.
Even kon ik, door een kier, in mijn eigen, onbewuste wereld schouwen (zodra iets uit het onbewuste bekend wordt, rekenen we het niet meer tot het onbewuste, maar wordt weer onbewust wanneer wij er niet meer aan denken of wanneer wij het vergeten).
Toen ging de deur weer op slot en mocht ik weer verder slaapwandelen- en mijn prijs ophalen!


12.) EEN NACHT OM DE ZON.

Op een dag kon ik reizen waarnaar ik wilde en besloot rond de aardbol te reizen, omdat ik wel eens wilde meemaken hoe het is om 's-nachts, op de andere kant van de aarde, waar het dan dag is, te zijn en me afvroeg of ik niet een andere, veranderde, plaats zou aantreffen wanneer ik naar bijvoorbeeld het oosten zou vertrekken, en, door de bolvorm van onze planeet, dan na verloop van tijd als vanzelf terug zou komen op de plaats waar ik vertrokken was. Maar ik wilde vooral de ruimte in, rond de zon in ons zonnestelsel vliegen, om na een leerzame en veilige reis terug op aarde te komen.
Dat kon natuurlijk niet, maar ik kon wel ten opzichte van de zon, door rond de aardbol te vliegen een klein stukje van zo'n reis maken, hetzij niet geheel los van de aarde. In ieder geval zou ik een nacht minder in mijn leven beleven dan wanneer ik thuis was gebleven. Het werd een reis van ongeveer drie weken, die eindigde zo rond 21 september en begon met de etappe Amsterdam -'s-middags, toen hier de zon nog scheen- Bangkok, Thailand.
's-Nachts, rond een uur of twee, drie, begon in het oosten de zon te schijnen en brak de morgen aan. Ik ben na negen dagen vertrokken van Thailand naar Hawaii, omdat ik dan geen speciale visa's en reisdocumenten in vreemde landen behoefde aan te vragen en over de States terug naar Europa kon vliegen. En weer begon midden in de nacht de ochtend aan te breken en verdween een stukje nacht uit mijn leven. Na vijf dagen op het paradijselijke Hawaii vloog ik naar het vasteland en verbleef een weekend in L.A. Vandaaruit vloog ik in een keer over Canada en Engeland weer terug naar Schiphol.
In Nederland was het mooi nazomerweer, maar niet zo warm als in Amerika en op Hawaii, en zekers niet als in Thailand, waar de tropische regenbuien vanuit de fitness-ruimte in de top van mijn hotel zo mooi te zien waren geweest. En toen ik vertrok uit Nederland hadden wij een behoorlijk warme zomer gehad, dus ik wilde meer dan een gewone mooie hollandse nazomer en besloot naar het zuiden te reizen, niet te ver,naar de Middellandse zee. Op de dag dat ik weer in Nederland aankwam ben ik langs een reisbureau geweest, en kon de volgende dag al met de Thaly's en de ITC (de franse hogesnelheidstrein die rijdt tussen Parijs en Marseille) naar zuid-Frankrijk.
In mijn hotelkamer van het Mercury hotel in het centrum van 's-Gravenhage ben ik 's-middags om een uur of drie, vier in slaap gevallen om de volgende ochtend om een uur of acht aan het ontbijt te komen, ingepakt en gereed voor de reis naar het warme zuiden. Tenminste, dat dacht ik.
In de tweede helft van september, precies tussen de twee zonnewendes in, is het 's-avonds ongeveer even laat donker als dat het 's-ochtends licht wordt: zo rond een uur of zeven, half acht. En die dag was het een grijze, bewolkte dag, waarop je de zon niet kon zien dalen of zien opkomen.
Ik meende de zon om de tuin te kunnen leiden door naar het oosten te vliegen en daarmee een nacht over te slaan. Toen ik beneden in het hotel kwam, en ontdekte waarom het ontbijt nog niet gedekt was, werd me duidelijk dat niet ik de zon, maar de zon mij om de tuin had geleidt: het was nog avond! Ik moest nog een nachtje inhalen!
Ik heb de hele reis totaal geen last gehad van jet-lag verschijnselen en sliep wanneer ik wilde, zo ook deze avond: ik ben terug naar m'n kamer gegaan, heb nog wat t.v. gekeken, ben niet al te laat gaan slapen en werd de volgende ochtend wakker, ruim op tijd voor het ontbijt en de treinreis naar die blauwe, Middellandse zee...


13.) DIEFSTAL HORLOGE ONDER HYPNOSE.(wordt vervolgd)



___________________________________________D N H__________________________________________































ax