1: GEEN ARMOE EN GEEN RIJKDOM.
De meesten, van de extreem socialistische oud hippie in de linkse vleugel totaan de meest verstokte
kapitalist of conformist in het rechtse kamp, en iedereen daartussen, zijn het er allemaal met elkaar over eens: de wereld
wordt verdeelt in een arm- en rijkkloof waaraan gewerkt moet worden, die onnatuurlijk is en vooral onrechtvaardig, en het
is een dogma dat het de plicht is van elk zichzelf respecterend, ontwikkeld mens de minderbedeelde te helpen op straffe van
betichting van op z'n minst egoisme en uitbuiting. Dat rijk zijn vaak geassiocieert wordt met slecht en immoreel, en arm
met onschuldig en tekortgedaan, schijnt iedereen op de koop toe te nemen, maar zal door eenieder toch tegengesproken moeten
worden, aangezien slechtheid onder mensen op z'n minst toch evenveel bij arme als bij rijke mensen voor moet komen, als niet
a-sociaal gedrag bij rijke mensen wellicht veel minder voorkomt, domweg omdat de aan de grondslag van a-sociaal en crimineel
gedrag liggende onvree met het leven bij rijke, geslaagde mensen veel minder aanwezig is dan bij de arme, verweerde mensen
uit mindere milieu's, aangedaan als ze zijn door jarenlange armoe in een omgeving die veel rijker bedeeld was. Maar de
misvatting van de meeste mensen omtrent het vraagstuk arm en rijk ligt hem veel meer in het vraagstuk zelf dan in een verkeerde
gevolgtrekking. Er bestaat namelijk in feite geen arm en rijk. In werkelijkheid zijn er een heleboel gradatie's van
armoede en rijkdom, en houden ze elkaar in evenwicht. Een rijke vergelijken met een arme is net zo irreeel als het gewicht
van een olifant vergelijken met dat van een muis. De rijkaard zou in rijkdom met andere rijkaards vergeleken moeten worden,
en de nog rijkerden met anderen nog fortuinlijker. En dan nog kun je niet stellen dat de ene rijkaard onrechtvaardig door
de super-rijke wordt behandelt en misdeelt omdat-ie niet zijn rijkdom met hem deelt. Zo verhouden de rijkdom van de rijkaard
zich met de armoe van een nagenoeg bezitloze. Het zou hooguit onrechtvaardig zijn van allen, rijk en arm, dat ze degeen die
iets armer is dan zijzelf niet financieel helpen, maar dit is natuurlijk irreeel, omdat degeen die iets minder rijk is dan
pakweg het modaal inkomen (op wereldniveau) altijd nog behoorlijk rijk is, en daardoor onze concurrent. Het zou tegen elke
marktwet indruisen zo te handelen, en de markt doen verdwijnen. En wanneer de markt verdwijnt, verdwijnt ook het verschil
tussen arm en rijk en dus de vermeende onrechtvaardigheid.(Van rijkdom: dus iedereen wordt dan arm!) Stel dat we vandaag
ieder mens ter wereld even veel geld zouden geven, dus dat we de scheiding tussen arm en rijk zouden opheffen, wat zou er
dan gebeuren? Dan zou morgen nog de situatie hersteld zijn, en een nieuwe arm- en rijkscheiding zijn geschapen. Want
als iedereen even rijk zou worden gemaakt, zouden de mensen reageren naar hun eigen natuur: sommige zouden na een bepaalde
tijd meer geld bezitten, andere minder. Met uitschieters naar boven en naar beneden: degene die extreem slecht met hun geld
zijn omgegaan zouden niets meer bezitten, terwijl de handigste onder hen dra veel rijker zouden zijn dan ze bij aanvang waren.
Het mag hier duidelijk zijn dat dit geldt voor zowel arme als rijke gebieden en landen. De verschillende gradatie's van
rijkdom inclusief de allerrijkste en allerarmste ligt in de natuur van het gedrag van de mensen, en al zouden we kunnen ingrijpen
zou de situatie van zichzelf herstellen. Daarom is het nutteloos om te streven naar een gelijk verdelen van rijkdom, net
zoals het zinloos is te streven naar wetteloosheid: wetteloosheid houdt tegelijkertijd z'n tegenovergesteldheid in zich, omdat
wetteloosheid tevens inhoud dat het maken en uitvoeren van wetten niet is verboden! Rijkdom en armoe afschaffen houdt in
dat er een markt wordt geschapen, en dat impliceert weer rijkdom en armoe. Er is nog een reden waarom de scheiding tussen
arm en rijk niet onrechtvaardig is. Neem uit al die armen een man en schenk hem een fortuin. Wanneer rijkdom afkeurenswaardig
is, zou een arme die die rijkdom niet afwijst maar integendeel: haar omarmt en koestert alsof ze een bovenmenselijke goedheid
ware, dan niet net zo afkeurenswaardig zijn? En welke arme zou een fortuin weigeren? En zou u een afkeuringswaardig iemand
willen helpen? Nu hoor ik u al tegenwerpen: Ja, maar in uw voorbeeld worden geen arme kindertjes geboren: in realiteit
krijgen de kinderen van arme ouders een kleiner deel dan de kinderen van rijke ouders. Is dat dan rechtvaardig? Er zijn
nogal wat tegenargumenten te vinden die dit feit zouden kunnen rechtvaardigen, maar deze vereisen een geheel nieuwe visie
op het bestaan en een loslaten van het denkbeeld dat wat wij onrechtvaardig en onschuldig vinden ook onrechtvaardig en onschuldig
is. Wanneer wij op televisie een uitgemergeld, stervend kind zien worden wij allen getroffen door medelijden en de impuls
dit kind te willen helpen. We zouden het voedsel en medicijnen willen geven als we konden. Maar we kunnen dit niet, want
het is maar televisie en in werkelijkheid is het kind wellicht allang gestorven, wordt u gehindert door natuurlijke of militaire
barrieres en zijn er miljoenen van dit soort situatie's, veel te veel om te kunnen helpen. Vervolgens gaat u met uw leven
verder, met het steunen van de mensen en krachten die dit allemaal mogelijk maken en veroorzaken (regeringen, bedrijven, overtuigingen)
en vergeet dit onschuldige kind dat toch zo onrechtvaardig getroffen werd door armoede en desinteresse. Tegelijkertijd zijn
wij altijd onderhevig in ons oordelen aan willekeur en veroordelen wij mensen nooit naar de objectiviteit noch hebben wij
de algehele waarheid in pacht, iedereen (ook dit onschuldig kind wanneer het gered zou worden en op zou groeien) oordeelt
anderen naar eigen inzicht en maakt daarin de grofste fouten. Wat koopt dat kind met die melij van u -geprojecteerde
zelfmedelijden wellicht- hij kan er immers niet op rekenen dat u hem later van iets beschuldigt waar hij onschuldig aan is. Uw
medelijden en vooroordelen is iets dat in uw hoofd afspeelt, niet in de werkelijke wereld! En ik mag iedereen, niet alleen
u, hiervan betichten, zelfs de mensen die lijden onder armoe, en zelfs dit onschuldige kind. Want wanneer dit kind of eenieder
ander, rijk of arm, die onschuldig door onrecht getroffen werd, oprecht zou zijn en juist getalenteerd was, het karmisch gezien
dus verdient, zal hij of zij dit later, door de causaliteit van al wat gebeurt, dubbel en dwars terugkrijgen. Ook een kind
heeft een geschiedenis en is net zo schuldig of onschuldig als ieder ander kind of volwassene, mens, dier of zelfs plant. Indien
u in de tijd kon reizen, en Adolf Hitler als baby zou kunnen vermoorden, en daarmee de levens van 20 miljoen mensen kunnen
redden, inclusief alle slechterikken en (massa-) moordenaars onder hen, die er ontegenzeggelijk onder moeten hebben gezeten,
zou u dit dan weigeren, omdat hij toen nog een onschuldig kind was? Als u dit zou laten, zou men u ervan kunnen beschuldigen
voor een groot deel verantwoordelijk te zijn voor de jammerlijke dood van de miljoenen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog,
evenwel van het redden van alle (onschuldige) slachtoffers van de moordenaars die door de Fuhrer verhinderd werden hun dodelijke
handelingen te verrichten (minus natuurlijk de slachtoffers die alsnog door de oorlog omkwamen). Terug naar de kinderen
die in armoede opgroeien. Hoe onrechtvaardig is dit nu werkelijk? Hoeveel kinderen zouden zo gauw ze de kans krijgen niet
net zo immoreel reageren als ieder lid van de rijke, westerse wereld, en zich op zijn beurt schuldig maken aan uitbuiting
en tekortdoen van anderen? En hoeveel recht heeft iemand op een menswaardig bestaan, die net zo min geinteresseert is in
het wel en wee van anderen, of zelfs ten bate van zijn eigen leven -direct of indirect- bijdraagt aan de onmenselijkheid van
het bestaan van anderen? Wanneer we ervan uit mogen gaan -en dat mogen we gerust- dat we allemaal gelijk zijn en dezelfde
rechten en plichten hebben, verdienen we niet meer dan dat we een ander, in dezelfde situatie, toebedelen. Wanneer u als volwassene
en als lid van de wereldgemeenschap verantwoordelijk mogen houden voor het sterven van dat kind in de derde wereld, en u vergeet
dit kind, en gaat met leven en feesten verder alsof er niets aan de hand is, verdiende u als baby dan niet op net zulk een
afschuwelijke wijze te sterven als die baby, en zou een ander, die u dan aanschouwde, dan niet net zo gereageerd hebben als
u, toen u voor die televisie zat en dat stervende kind ontwaarde?
2.) RIJKDOM IS GOED, ARMOEDE IS SLECHT.
Karl
Marx heeft in Das Kapitall een fout gemaakt, dat het hele boek van begin tot aan het eind doordrengt, namelijk het negeren
van de geestelijke waarden en de daarachterliggende -precies zoals bij de materieele waarden- uitgekiende economie en machtsbestel
waarop recht en onrecht gebaseerd is. Daarom zal het communisme noch het socialisme, net als het conformisme en het kapitalisme,
nimmer een passend antwoord vormen op het bestaan van de mensheid en haar samenleving: omdat de onzichtbare en onbewijsbare wetten
van goed en slecht in het lot van de mensen, door eenzijdige of verkleurde waarneming of negeren, nooit voor de menselijke
geest waarneembaar zijn. Wat in onszelf ligt kunnen we, bij benadering, analyseren, maar naar wat daarbuiten en in anderen
leeft; hun schuld of onschuld, kunnen we slechts gissen. Daarom is het niet verwijtbaar of immoreel om rijk te zijn (mits
u uw rijkdommen op een eerlijke manier verkregen heeft -wat dat 'eerlijk' dan ook inhouden mag). Het is hooguit dwaas om rijk
te zijn -zonder je ervan te gewissen dat die rijkdom vergankelijk is en morgen, als sneeuw voor de zon, verdwenen kan zijn!
De antikapitalisten vinden armoede slecht, en dat is ze ook zolang ze niet zelfverdiend en eigen schuld is, en dan nog
kun je je afvragen of hulp niet gerechtvaardigd is -echter rijkdom en extravagante rijkdom vinden ze ook slecht en afkeurenswaardig,
maar ik zeg u: zolang zij maar sporadisch voorkomt is ze slechts het natuurlijke gevolg van het samenleving van vele eeuwen
met een heleboel volkeren en individuen. Wanneer we allemaal stinkend rijk zouden zijn zouden we ook allemaal straatarm
zijn! Juist het verschil tussen rijk en arm zorgt ervoor dat we allemaal -hoe kortstondig en miserabel ook- kunnen leven;
de rijke profiteert van de arme en de arme profiteert weer van de rijke. Geestelijk kunnen we rijk zijn, in materieel opzicht
arm of rijk, maar nimmer zonder dat we dit zelf teweeg hebben gebracht (in absolute zin), daarom is datgeen wat we als buitenstaander
kunnen waarnemen nooit de werkelijke waarheid: zij ligt verborgen achter de wereld van geboorte en dood, en is slechts voor
de allesziener zicht- en beredeneerbaar! Ik heb eens een foto gezien waarop een invalide kind in een straatarm land bedelde
op straat, terwijl een passant een stuk brood van hem stal (althans naar het bijschrift van de foto). Wanneer wij nu al
die armen in dat derde wereldland zouden helpen, zouden we dan niet tevens deze laffe dief in het leven houden, en zo mede-dader
en mede-verantwoordelijk zijn voor hetgeen hij dit arme kind aandeed? En mag er niet vanuit worden gegaan dat wij konden weten
dat, wanneer wij een derde wereldland helpen, we tevens alle misdadigers in dat land helpen, en zo toch nimmer de armoede
en onrechtvaardigheid de wereld uithelpen, maar haar juist in stand houden?
3.) GEESTELIJKE RIJKDOM/ARMOEDE.
De
communisten zagen hun rijk onder gaan, omdat ze in hun bestuur totaal geen rekening hielden met de geestelijke waarden van
de mens en haar economie, en de daaruit vloeiende regels en wetten, die bij overtreding net zulke daders en slachtoffers geven
-en dus ook net zoveel onrecht teweeg brengen- als de materieele, tastbare economie. Onze kapitalistische maatschappij
lijkt een zelfder lot beschoren. Wij kennen met de communisten en andere staatsvormen weliswaar een strafrechtsysteem, en
deze houdt weliswaar rekening met geestelijke en morele waarden, maar deze is juist falend omdat ze teveel op de zichtbare
zaken afgaat, niet op de innerlijke, onzichtbare wereld en haar rechtswezen. Zo kunnen wij talloze malen gekrengt zijn,
zonder dat de dader daarvoor gestraft werd en ons een schadevergoeding toegekend werd, of ook maar iemand weet had of getuige
was van de misdaad. Zo kan een samenleving, die zo gestoeld was op dat rechtsgevoel van elke inwoner, nimmer een evenwichtige,
gezonde basis vormen voor een wereld waarin elk mens zich prettig voelt en nodig weet. Het feit dat veel kinderen zonder
liefde of goede zorg opgroeien mogen we bagatelliseren, en haar schuld afschuiven op andere factoren, haar negatieve invloed
die ze ongekend heeft op de economie en de samenleving is echter onontkoombaar. Zo onzichtbaar zijn deze geestelijke waarden,
dat een arm en kansloos kind in een ver land, dat leeft onder de minste levensomstandigheden, maar temidden van een liefdevolle
familie, toch gelukkiger kan zijn dan een rijk en zakelijk en maatschappelijk succesvol iemand in onze maatschappij!
4.)
DE DERDE WERELD.
Ongetwijfelt behelzen de oorzaken van de problemen en dramatiek van de armen in de Derde Wereld-landen
veel meer dan alleen het feit dat zij arm zijn en wij rijk. Onze jarenlange ontwikkelingshulp -op mondiaal niveau hoe marginaal
dan ook- heeft niet teweeggebracht dat de wereld beter is geworden, en de mensen en gebieden die geholpen zijn zijn geen betere
of intellectuelere mensen en samenlevingen dan de onze gebleken: hooguit net zo marginaal sociaal en bijvoorbeeld kunstzinnig
of vredelievend als die van ons en onze ontwikkelingshulp en daadkrachtig medeleven!
5.) VERHOUDING EN GEMIDDELDEN.
Wanneer
wij een gebakje krijgen zijn we blij zolang dit een uitzondering is, wanneer we elke dag een gebakje of vijf keer voorgeschoteld
krijgen. (wordt vervolgd)
|