SAMENVATTING |
De DNH-Waarheidspagina's ontstonden in de periode 2000,
waarin ik voor de eerste maal breeduit kennis kon maken met het internet en zijn toepassingen. Al snel kwam de home-site
aanbieder Tripod in zicht en ik zag direct de vele voordelen en mogelijkheden van het publiceren van mijn ideeen en gedachten
op het web. Reeds in 1990, dus tien jaar voordat ik m'n teksten voor de Waarheidspagina's begon te schrijven, was ik bezig
aan een boek waarin ik alles en de hele wereld wilde verklaren, en bewijzen welke systematiek aan ons bestaan en de cosmos
ten grondslage lag. Omdat de stap naar een uitgever voor mij te groot was -je moest immers een afgerond werk inleveren, waar
later niet meer in veranderd kon worden- ben ik toen niet verder gekomen dan een stapel, overigens behoorlijk omvangrijke,
stukken en aantekeningen die voornamelijk handelden over sport, gezondheid en fundamenteel juridische en maatschappelijke
vraagstukken. De gedachte die achter deze stukken zaten lagen ten grondslage aan de DNH-pagina's in zijn huidige vorm,
die nu haar weg op het www vinden. Toen ik met mijn manifest was begonnen, vielen mij steeds meer onderwerpen in die mij
al jaren bezighielden en waarvan ik wist dat mijn zienswijze afwijkend van de gangbare was en tegelijkertijd gemakkelijk verdedigbaar,
nu zij niet meer door forum-masters konden worden gecensureerd. Ik had namelijk de onvriendelijke ervaring op het (open-)
forum van de Telegraaf, het overigens nu opgeheven Vertel.nl, waar ik veelvuldig heb gepubliceerd, door de redactie gecensureerd
en door de leden gediscrimineerd te worden- alleen maar omdat ik een afwijkende mening had die zij niet weerleggen konden!Bovendien
kon ik de teksten onbeperkt verbeteren en/of bijvullen, zodat ik gestaag werken kon aan wat nu blijkt niet een maar wel
liefst tweeentwintig(!) boeken over het menselijke geestelijke en sociale bestaan, met mijn persoonlijke intentie in elk woord
en iedere bewering dubbel en dwars uitgedrukt tot in -als het aan mij ligt- het eind der tijden, in ieder geval tot na mijn
eigen verscheiden, bereikbaar voor ieder die er open voor staat en lezen kan. In mijn hart ben ik geen schrijver maar kunstenaar. Als
kind reeds maakte ik grote, helaas verloren gegane, creatieve werkstukken, en wist zeker dat ik later mijn geld ging verdienen
als beeldend kunstenaar. Ik was veel meer begaan met dit vak, dan met mijn huiswerk, en ook als (jong-)volwassene zag ik geen
kans een volledige officiele opleiding te volgen. Mijn letterkundige bekwaamheden -zij het niet aangeboren en meegegeven
met mijn komst op dit ondermaanse- zijn daardoor nooit optimaal ontwikkeld en gevormd geweest, wat ontegenzeggelijk in mijn
teksten terug te vinden valt. Toch was ik als kind al -zonder er toen bewust van te zijn- hevig geintrigeerd door de mystiek
van de mens in het algemeen en die van mijn eigen bestaan en wezen. Terwijl ik toen al mezelf zoveel afvroeg over het gedrag
en de reactie's van mensen om me heen, moeten de eerste ideeen en gedachten zijn ontstaan die later mijn onconventionele zienswijzen
en overtuigingen vormden welke de Waarheidspagina's zo kenmerken. Nog voor ik aan mijn boek begon te werken raakte ik in
contact met boeddhistische geschriften en ideeen. Van het begin af aan was ik razend enthousiast over deze voor mij nieuwe
zienswijze op het bestaan, en de oude oosterse geschriften gaven mij letterlijk geestelijk voer als nog nooit tevoren iemand
mij gegeven had- niet mijn ouders of leraren, niet het christendom of boekenschrijvers of andere volwassenen om me heen, niets
dat zodanig tot alle al jaren sluimerende waarheden in mij sprak, en haar zo bevestigde, dan wat ik daarin las. Dit betekent
geenszins dat ik een boeddhistische leer verkondig of dat mijn DNH-visie een boeddhistische is, al is zij er hevig door geinspireerd,
vooral wanneer ik filosofeer over geestelijke en onwereldse zaken. Ik ben echter een te groot kunstenaar -een schepper-
om me in het keurslijf van een leer te hullen, en volg liever mijn eigen weg, met medehulp van al wat me bruikbaar lijkt,
en de leringen uit het boeddhisme hebben me een groot gedeelte op weg geholpen op het pad naar waarheid en werkelijkheid,
en inzicht gegeven in de illusies en zinsbegoochelingen van het leven. Op de Waarheidspagina's heb ik gepoogd deze
zinsbegoocheling, die ons allen behept, duidelijk te maken en naar de oppervlakte te brengen. Ik ben me echter volledig
bewust dat ik daar voor een groot deel niet in geslaagd ben, en dat de DNH-pagina's voor velen als onbegrepen en zelfs afkeuringswaardig
aan de kant worden gelegd. Dat komt niet alleen maar door mijn beperkingen op literair en educatief gebied. Vaak heb ik tijdens
het schrijven het gevoel gehad, dat ik aan een blinde bezig was uit te leggen wat de schoonheid van een landschap, een schilderij
of kleur inhoudt. Het was net alsof ik wel drie of meer gedachtegangen tegelijk zou moeten opschrijven om me duidelijk te
kunnen maken, wat natuurlijk onmogelijk is. Ook bemerkte ik dat ik op verschillende pagina's tegenovergestelde zaken beweerde;
echter wanneer de werkelijkheid deze twee uitersten in zich bergt -en dat doet ze- zouden mijn Waarheidspagina's dan deze
werkelijkheid hebben moeten uitbannen, ten bate van het begrip en toekenning van hen, wiens opvatting en instelling ik juist
zo bekritiseer? En beantwoordt deze schijnbare hypocrisie niet aan het dualisme in ons, in onze collectieve opvattingen en
gedrag, en is het niet juist deze boodschap van de DNH-pagina's aan de mensheid, de illusie van de juistheid en objectiviteit
van ons eigen beoordelingsvermogen aan de kaak te stellen en op te doen heffen, ten bate van het inzicht van die weinigen,
die al op het goede pad waren en nu net zoals ik, toen ik voor het eerst in contact kwam met de boeddhistische leer, met dit
inzicht verder geholpen worden? Mijn pagina's zijn in de eerste plaats een aanklacht tegen de wereld: de mensen die de
volkeren leiden en leiders genoemd worden, de mensen die deze leiders kiezen en nochthans leider zijn over hun eigen leven,
en de autoriteiten welke tussen deze twee staan: de macht die ze bezitten en misbruiken en de wet die ze naar eigen believen
toepassen. Een aanklacht en een waarschuwing. Op de pagina's Biologisch systeem en Waarheid en Realiteit poog ik uit de
doeken te doen hoe -zonder dat daar een hemelse rechter voor nodig is- de mens bij een confrontatie met de werkelijkheid zichzelf
veroordeelt tot het rechtmatige lot dat hem toekomt: genot en geluk wanneer hij het leven gebruikt heeft om geestelijke groei
te bewerkstelligen (ondanks lichamelijk en/of geestelijk lijden) en tekortkomingen of lijden wanneer hij het leven gebruikte
om z'n lusten te bevredigen en met de grootste groep meeheulde en zo allerlei immorele zaken beging waardoor hij op geestelijk
niveau, zelfkennis en wereldbeeld achter bleef en geen of verkeerde informatie opdeed. Het bewijs voor deze stelling, die
aan deze waarschuwing vooraf gaat, moest echter uitblijven en het lukte me hooguit een paar aanwijzingen te vergaren, te weinig
voor hen die niet in intellect, waarheid en rechtvaardiging geinteresseerd zijn. Wanneer ik gevrijwaard zou zijn van de
onvolledigheid die gepaard gaat met mijn intellectuele onvolmaaktheid zou ik evenwel voor een groot deel erin geslaagd zijn
van alle aanwijzingen een overtuigend argument te vormen daar waar nu geloof en inzicht van de oprechte lezer haar taak verrichten
moet. Op andere pagina's slaag ik daar beter in: de pagina's School- en Werksysteem zijn overtuigend genoeg door de integrale
benadering en behoeven niet of nauwelijks nog aangevuld te worden. De Kampeer- en Voedselpagina kunnen nog veel meer leerstof
bevatten omdat de onderwerpen die ik erin behandel zoveel meer eenvoudiger zijn, en de pagina Vreemde zaken was een genot
te schrijven, omdat ik alleen maar hoefde te vertellen wat me is overkomen, zonder daarbij ingewikkelde hypotheses of
gevoelens te ontrafelen, verhelderen of bewijzen en toepassen. Sommige pagina's wil ik eigenlijk het liefst overschrijven
(Nationalisme en Strafrecht -gedeeltelijk), de pagina Democratie moet nog worden uitgebreid evenals de pagina's Gezinssysteem
en Autoriteit en opvoeding. Wanneer inspiratietekort een ziekte is, plaagt ze me mateloos, en maandenlang, zodat ik mijn
lezers meer moet ontzeggen dan me lief is, maar bewust van haar waarde welke stijgt naarmate mijn woorden zeldzamer worden,
zal ik doorgaan met de DNH-pagina's totaan mijn laatste zucht, verbeterend, bijvullend en opnieuw (her-)schrijvend. Zo
wordt het werk van De Nieuwe Hilltermann mijn laatste strohalm de mensheid te behoeden voor een totale blindheid van de eigen
onkunde die men het intellect noemt, en wellicht de ongeboren mens in de toekomst een menselijker, rechtvaardiger en intellectueel
hogere samenleving geboden. Door alle tweeentwintig pagina's loopt als een rode draad mijn extreme linkse en rechtse visie
op de mens en haar samenleving. Dat ik hiermee de grootste groep lezers tegen me in het harnas jaag -de linkse met mijn pagina's
Rijkdom en Armoede en Multi-culturele maatschappij en de rechtse met mijn anti-autoritaire houding op tal van pagina's- is
hier van geen enkel belang: mijn boodschap is een apocalyptische waarbij niemand te redden is en het dus ook nutteloos wordt
te pogen er ook maar een voor mijn zaak te winnen. Allen behoren tot de groep die wij de mens noemen en die voor mij de
ultieme vijand van het individu (het ongeboren kind) is en die geen enkele vriendschap duldt dan met het eigenbelang: kortzichtig
en kortstondig als een enkel mensenleven, verraderlijk als drijfzand. Een enkele, gelukkige lezer mag zich dit individu
wanen maar zal ook dan nog tot die mensheid behoren, in wiens wezen zijn silhouet onverbiddelijk verloren gaat.
Haarlem,
lente 2003
De Nieuwe Hilltermann
|
|
|