Van alle criminelen
die er over deze aarde rondkruipen zijn de gevaarlijkste zij, die een uniform dragen en hun misdaden verhullen met een leugenachtige
waas van rechtvaardigheid en moraal. Voor de buitenwacht en het publiek doen zij zich (succesvol) voor als strijders tegen
het kwaad en beschermers van het goede, maar als niemand kijkt, en ze zich onbespied wanen of gedekt door hun collega's, tonen
ze hun ware identiteit van willekeur, valsbeschuldigen, agressiviteit en machtsmisbruik.
Laat niemand zich verkijken op mannen die kinderen uit een brandend huis redden
of oude mensen uit een te water geraakte auto; immers: hun criminele aard en hun misdaden verminderen niet met deze reddingsactie's
en de gevolgen voor hun slachtoffers worden er niet minder om.
Juist agenten (en soldaten) zijn zo gevaarlijk, omdat ze de macht hebben en
de goedkeuring en het geloof van het publiek dragen, en zo hun wandaden des te veeltalliger en ingrijpender zijn dan gewone
misdadigers en a-socialen, omdat het vertrouwen dat ze genieten niet de gewone criminelen toekomt.
Bij alle misdaden welke politieagenten mij aandeden is er altijd een kenmerk
welke vergezeld ging met hun nog immer onbestrafte en in mijn bestaan zeer ingrijpende immorele gedragingen, dit is het feit
dat zij ervan uitgingen dat hun immoreel gedrag gelegitimeerd werd door het immoreel gedrag waar ze mij van verdachten, wat
natuurlijk haaks staat tegenover hun eigen strafrechtssysteem, welke stelt dat iemand door het gerecht gestraft dient te worden,
en niet door individuele, criminele politieagenten.
De veelvuldigheid van crimineel gedrag bij politiemensen (en niet te vergeten
andere medewerkers van justitie, maar die zal ik op deze pagina buiten beschouwing laten) in Nederland moet op zijn minst
onrustbarend zijn, omdat een agent die, om wat voor reden ook, en op welke wijze dan ook, oneerlijk en verwijtbaar handelt
tegen mij, en waar correctie uitblijft, ook strafbaar zal handelen in andere situatie's en tegen andere mensen, wanneer de
functionaris zich daartoe acht.
De kranten en geschiedenisboekjes moeten de gewillige lezer allang op de hoogte
hebben gebracht, edoch zal ik op deze site van de DNH-pagina's enige ontstellende ervaringen met de hermandad uit de doeken
doen om zo een beeld te schetsen hoe de vele criminele agenten, brigadiers, hoofdagenten en rechercheurs uiteindelijk mij
tot de overtuiging hebben gebracht, dat het allergrofste geweld als antwoord op hun handelen hier volledig gerechtvaardigd
is.
1. GEEN AANKLACHT OPNEMEN.
De meest voorkomende criminele daad van politiemensen tegenover mij, en tegenover
burgers (ik ben lang niet de enige die dit overkwam) is wel het niet willen opnemen en/of behandelen van een aanklacht.
Ten eerste is dit crimineel omdat elke politieagent verplicht is een aanklacht
van een burger op te tekenen en bij weigeren dezes alleen hierom al over de schreef gaat, en de politiepet niet waardig
is.
Ten tweede is deze daad zo laakbaar omdat het niet optekenen van een aanklacht
in feite pure willekeur (en dus fascisme) is.
Zo kan de ene persoon wel vervolgd worden voor een misdaad, terwijl de ander
vrijuit gaat, wat in een rechtsstaat natuurlijk ondenkbaar is.
Maar het meest onrechtvaardig is deze laksheid omdat het weigeren van een aanklacht
crimineel gedrag bij de burger in de hand werkt.
Zo ben ik wel tien maal tevergeefs naar de politie gestapt nadat ik mishandeld
werd, zodat bij een volgende keer dat ik in een situatie geraak waarin ik (dreig) mishandeld te worden, door afwezigheid van
bescherming van de staat (wat een van de essentiele taken van een overheid is) eerder geneigd ben buitenproportioneel geweld
te gebruiken (ter verdediging), welke op zijn beurt nu wel vervolgd wordt (prioriteitenbeleid), terwijl ik, wanneer mijn aanklachten
in het verleden wel serieus genomen werden, en had kunnen rekenen op bescherming, simpelweg op hulp van de politie had hoeven
te wachten.
Tevens heeft de afwezigheid van bescherming door politiemensen tot gevolg, dat
de burger angstvalliger wordt, en daardoor dingen doet die hij anders nooit gedaan zou hebben, en de agressor -die ontegenzeggelijk
deze angst en onzekerheid waarneemt- vrijspel geeft en nog gemakkelijker tot agressie en overheersing over zal gaan.
Omdat deze ontoelaatbare laksheid bij de politie zo breed voorkomt, geeft deze
neiging een enorme aanzet tot het crimineler en a-socialer worden van onze maatschappij, wat de fundering van een gezonde,
rechtvaardige samenleving volledig weggeslagen heeft en criminelen en a-socialen vrijspel geeft.
In het verlengde van dit weigeren een (verplichte) aanklacht op te nemen
ligt het weigeren te helpen of partijdigheid in tal van situatie's.
Zo ben ik heel vaak bedreigd en/of mishandeld door tal van a-socialen en
idioten, waarbij de tussenkomende politieagenten de zaak afdeden als een ordinaire ruzie, waarbij ik natuurlijk net zo veel
schuld droeg als de ander(en)- wat in die situatie's totaal niet het geval was. Ik herinner me zelfs een situatie, waarin
ik werd aangevallen door iemand, ben gaan schreeuwen om hulp, en de politie en andere medewerkers van het bureau, die toen
opdoken, zonder te blikken, blozen of maar op de hoogte gebracht van wat er gebeurd was, tegen mij tekeer gingen en mij behandelde
als de overvaller, terwijl ik toch echt het slachtoffer was!
Maar veel vervelender zijn de gevallen geweest, dat ik bewust lastiggevallen,
bedreigd en weggejaagd ben door politiemensen, nadat ze van anderen (verslaafden, hoerenjongens, pooiers en hoerenlopers of
vanuit het bureau) gehoord hadden dat ik een pedofiel en vieze kinderverkrachter zou zijn.
Toen Hitler met zijn troepen Parijs binnenmarcheerde moet hij ongeveer hetzelfde,
warme, bevredigende wraakgevoel hebben geproefd als waar ik -nu ook nog- naar verlang.
Fascistische kinderdieven zijn het -stuk voor stuk- en zolang van al deze mensen
er nog een rondloopt zonder kei- en keihard gestraft te zijn geweest en ik me alle (financieele en psychologische) genoegdoening
nog niet eigen mag noemen in deze zal ik niet rusten te getuigen van deze wandaden en m'n recht -vroeg of laat, legaal
of niet- gelden laten.
2. VALSBESCHULDIGEN
Wat iedereen, die zich met de opsporing van wetsovertreders bezighoudt, en wat
u en ik ook zal overkomen wanneer wij een (politie-)pet op zouden zetten, en op zoek zouden gaan naar criminelen, overkomt
en, als het goed is, zo veel mogelijk probeert te ontwijken, is wel het valselijk beschuldigen van totaal onschuldige mensen.
Helaas is het innerlijk kompas bij de meeste dienders al zo van slag af, dat
ze zonder met hun ogen te knipperen, bijv. in verhoren met verdachten, klakkeloos beschuldigingen uiten in de hoop dat de
(al of niet schuldige) verdachte een beschuldiging -die toevallig niet vals is- bekent.
Als je niet kan schieten schiet je met je ogen dicht ook wel -vroeg of laat-
in de roos, als je maar vaak genoeg vuurt!
Dat vals beschuldigd worden zeer grievend voor het slachtoffer is en enorm ingrijpt
op zijn rechtsgevoel lijkt oom agent niet te deren, maar is toch een zeer zwaar vergrijp welke in een rechtsstaat die
zichzelf enigzins serieus neemt nimmer ongestraft mag blijven. In de onze lijkt ze zo gewoon als een vogel in de lucht, en
niemand -uit de politiek, de media, de overheid of het volk- die ik er ooit op betrapt heb, dit item ook maar te noemen, hoewel
ze allen staan voor de legitimiteit van die rechtsstaat en die, in discussie's en levenskeuzes, hevig verdedigen en als het
moet met hand en tand (lichamelijk, met geweld dus!) verdedigen.
Maar ik ben wel zo vaak valselijk beschuldigd (bijv. van winkeldiefstal, wanneer
beveiligingsmedewerkers of winkelpersoneel me 'onopvallend' in de gaten hielden), dat hier geen sprake kan zijn van toeval,
maar heuse -collectieve en onbewuste- discriminatie en vooringenomenheid betreft!
Er zijn twee soorten van vals beschuldigen. Het ene is, waarbij de dader niet
beseft dat het een valse beschuldiging is en die ook eigenlijk niet echt strafbaar zou moeten worden (zolang zij binnen een
bepaalde marge voorkomt), anders zou de tenuitvoering van de opsporingstaak welhaast onmogelijk worden (er van uitgaande
dat die taak en het hele rechtsbestel daarachter is gestoeld op de juiste inzichten in het gedrag van mensen m.b.t. 't
recht).
Het tweede is wel altijd misdadig en zou niet alleen ten hardste gestraft moeten
worden, maar zaagt ook alle poten onder een legitieme rechtsstaat weg, die plotseling verwordt tot een crimineel onderdrukkingsregime,
die elke bewustwording naar een intellectueel ontwikkelde cultuur rigoreus om zeep helpt.
Dan misbruiken de mensen de macht van, wat ik genoemd heb de 'beschuldigings-industrie',
een grote macht die veel door mensen, en lang niet altijd politiemensen, misbruikt wordt voor allerlei belang.
De minderwaardigheid van de massa, en het volk, is er de schuld van dat deze
macht zo groot is en zo talrijk -onzichtbaar- wordt misbruikt.
Politiemensen hebben mij valsbeschuldigd van de vreselijkste zaken die allen
gepleegd zijn uit vooringenomenheid en wraaklust tegenover de boeman: ik. (Ik boezemde ze natuurlijk geen enkele angst in:
wanneer ik veel machtiger zou zijn geweest, of enigerlei hun symphatie had weten te winnen, hadden ze weliswaar dezelfde gedachtes
omtrent mij gekoesterd, maar gewis wel voor zich gehouden!) En tengevolge van die valselijke beschuldigingen hebben anderen
zich weer uitgenodigd gevoeld immoreel -lees: crimineel- jegens mij te gedragen en heb ik veel -nimmer vergoede- (ook
psychologische) schade opgelopen.
Maar het vreesvolste is wel de veranderingen die
al deze misdaden (van politie en van burgers) in mijn eigen gedrag teweeg hebben gebracht en hun invloed mogelijkwijs nog
zal gelden laten.
Iemand die zo bedreigd is geweest in zijn bestaan
en zo weerloos is geweest als ik kan haast niet ontkomen aan een antwoord, dat minstens net zo gewelddadig en indrukwekkend
is als alle misdaden die tegen hem gepleegd zijn, samen! Of ik zou welhaast een bovenmenselijke koelheid in mezelf moeten
bewaren, waar alleen de beste en de knapste onder ons mee begiftigd zijn.
V O O R B E E L D E N.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van gebeurtenissen, die mij overkwamen met
betrekking tot immoreel gedrag van politiemensen jegens mij.
De volgorde is geheel willekeurig en aan de hand van wat mijn herrinnerings-
en schrijfvermogens toelaten (onvolledig).
1. ZOMAAR VALSE BESCHULDIGING.
Op een middag liep ik ergens in Rotterdam over straat.
Op een gegeven moment wilde ik een straat oversteken met een brede middenberm, waar twee agenten stonden (klaarblijkelijk
voorbijrijdende auto's te controleren oid.).
Doodgemoedereerd en nietsvermoedend stak ik over,
waarbij ik de twee agenten moest passeren.
Plotseling, zonder enige aanleiding, bijt een van
de agenten me toe, iets in de trant van (wat de criminele fascist letterlijk gezegd heeft weet ik niet meer, 't geval speelde
zich zo'n tien jaar geleden af): "Zo, heb je weer een auto-radio gepikt!".
Toen ik te verbouwereerd was om iets terug te zeggen
werd de geesteszieke agent nog kwaad ook omdat ik m'n mond hield: "Hoef je niet je mond te houden, hoor!" oid.
In dit geval -maar wat tevens kenmerkend is voor
andere gevallen waarin criminele agenten tegen me tekeer gingen en 'n collega-agent in de buurt was- stond z'n collega, die
't allemaal aanhoorde en hem niet corrigeerde, er gewoon bij te lachen!
Eerst wilde ik hem nog toebijten dat hij zelf een
criminele kinderdief, moordenaar en fascist was, maar ik was te bang omdat ik wist dat justitie en elke rechter in Nederland
zo corrupt zijn en altijd zo iemand dekken wanneer ze me zouden mishandelen.
'Geweldsmonopolie' noemen de criminelen dit!
2. BEDREIGING.
Op een dag stond ik in het Haagsche Bos langs de
weg die daar dwars doorheen loopt, toen er een politiewagen voorbijreed, stopte, een agent uitstapte en me plotseling begon
te bedreigen: "Als ik over een half uur hier weer langs kom en je staat hier nog sla ik je helemaal in elkaar!" vertrouwde
de criminele fascist me toe.
Nu kwam ik in die tijd nogal vaak in 't Haagsche
Bos en werd toen door een jongen valselijk beschuldigd 'kinderen lastig te vallen'.
Ook werd ik toen herhaaldelijk lastig gevallen door
een (andere) agent, die me steeds wegstuurde ('t Haagsche Bos is een bekende homo-ontmoetingsplek), achterna kwam en om m'n
identiteitsbewijs vroeg.
Het een zal wel met het ander te maken hebben, maar
wanneer je nagaat dat deze fascisten zelf duizenden kinderen en minderjarigen in (jeugd-)gevangenissen en inrichtingen voor
geestesgestoorden vasthouden -vaak zonder gegronde redenen en altijd willekeurig (zeden- en geweldsdelicten waar ze, wanneer
ik er mee aan kom, niet eens aangifte van willen opnemen), kun je je indenken hoe immoreel, crimineel, maar vooral ook hoe
geestesziek deze agenten zijn, en ik alles op alles zal zetten om me, met 't wreedste en bloeddorstigste geweld, te wreken
op deze kinderbeulen en kinderdieven, en op iedereen die achter hun handelen staat!
3. VERKEERSZONDE OP PLEIN 1813.
Een overtreding door politiemensen die wellicht niet erg zwaar is (of lijkt!),
maar daarom niet minder immoreel en gevaarlijk is en voor het vertrouwen van het publiek op den lange duur funest (zo gevaarlijk
omdat deze persoon, bij het uitblijven van correctie en straf, wanneer er grotere belangen in 't spel zijn, hoogstwaarschijnlijk
zich net zo immoreel, zoniet nog immoreler, zal gedragen en het leed voor en de schade aan zijn -onschuldige- slachtoffers
naverant zal zijn!) beeldt de volgende gebeurtenis, welke me al meer dan twintig jaar gelden overviel, duidelijk uit.
Bij ons in Den-Haag heb je een plein, Plein 1813, dat in feite niets meer is
dan een grote rotonde -zoals je die tegenwoordig steeds vaker aantreft- met in het midden een groot standbeeld van -naar ik
meen- Willem III of zo, perkje ervoor, oude lantaarns en hobbelige keien, die ik in m'n jeugdige overmoed altijd (met de fiets)
dwars over -dus de kortste weg: een rechte lijn- plachtte te nemen. Zo snij je nog eens wat af, wanneer je anders steeds helemaal
rond moet rijden. Maar ik dwaal af.
Op een dag hield een overijverige politieagent (m'n gezicht zal 'm wel niet
hebben aangestaan!) in 'n fiatje me aan en sprak mij, geheel legaal overigens, aan op mijn rijgedrag.
Dezelfde jeugdige overmoed echter deed mij -toen hij mijn identiteitspapieren
vroeg- eisen dat mijnheer agent eerst zijn papieren zou laten zien, immers: hij kon wel een gedragsgestoorde zijn die zich,
om welke reden dan ook, uitgaf voor een politieagent. Hahahaha!
Dat weigerde de loser me! Wha!ha!ha!ha!
Na wat heen en weer 'gescherm' ("Neen, jij eerst"-"Neen, U eerst") besloot ik,
nu met jeugdige onervarenheid, maar toe te geven en liet mijn pas zien.
Hij bekeek het, zei toen dat hij nog steeds niet zijn identiteitspapieren zou
laten zien, en verdween (inclusief zwijgende collega) in z'n autotje- een verbrouwereerd mij achterlatend.
Elke burger in Nederland heeft het recht van elke politieman te eisen dat hij
zich kan identificeren, en hoeft bij wijgering niet in te gaan op zijn bevelen! Hij overtrad zijn eigen regels!
Maar ruikt U de stank aan de houding van de man (zeker geen edelman!), die ik
hierboven schetste?
En -hij vergat me immers een boete te geven- ziet U nu hoe intelligent deze
dwazen zijn?!
4. DE FIETSENDIEFSTAL.
Een al wat gevaarlijker geval van immoreel politiegedrag vormt het volgende
voorbeeld dat me overkwam, omdat de strafmaten bij eventuele camaliteiten veel hoger kunnen zijn dan bij een verkeersovertreding.
In de haagse straat waar ik toen woonde liep ik eens langs het huis van mijn
huismeester, met hem op de stoep.
Ik vroeg hem wat hij deed op de stoep, en hij zei dat ik maar beter door kon
lopen, omdat de onderbuurman z'n fiets gestolen was, en deze man de dief -met een groene jas aan- had gezien. Aangezien
ik ook een groene jas aan had was 't wijzer om maar door te lopen- wat me nogal bevreemde, omdat 't gegeven dat de dief -zonder
fiets- vijf minuten later op de plek van de misdaad terug zou keren me -voor iedere rechter- nogal ongeloofwaardig en irreeel
overkwam.
Maar 't was al te laat en, ja hoor, daar was mijnheer -een na later bleek onverzettelijke
dronkelap- schreeuwend dat ik zijn fiets gestolen had.
Ik liep maar door, maar hij kwam achter me aan! Het liep uit op een (overigens
onschuldig) handgemeen. Maar daar kwamen je beste vrienden reeds! Toen ze hadden nagegaan wat er aan de hand was, maakte
ze meteen al een fout: ik werd weggestuurd!
's Avonds, toen een andere agent mij bezocht naar aanleiding van 't gebeuren,
maakte ze nog een fout: hij zei me (aan de deur) dat de politie had besloten dat ik niet de dief kon zijn -dat er dus ook
geen vervolging zou plaatsvinden, dat de politie geen aanklacht zou opnemen tegen mijn buurman (geweldspleging)-, maar dat
hijzelf, ondanks het politiebesluit, nog steeds verdenking tegen mij koesterde, en meende dat ik toch die fiets gestolen had!
Volgens mij was de (vrouwelijke) collega die-ie bij zich had net zo verbrouwereerd
als ik, want ze heeft geen woord gesproken!
Dat politieagenten zo doortrapt kunnen zijn tekent wel 't fascistische,
criminele brein (ze zullen wel gedacht hebben dat ik een kinderschenner was!) dat achter de moordenaars en beulen van de Duitse
SS en SA uit de Tweede Wereldoorlog gezeten moet hebben: zolang ze er maar ervanuit kunnen gaan dat jij een slechterik
bent schijnt dat hen de -gerechtelijk toch kromme- vrijheid te geven nog grotere misdaden te begaan, dan waarvan ze jou verdenken!
Toen ik dit voorval, jaren later, aan een andere politieman vertelde (overigens
bij weer een gelegenheid waarbij de politie weigerde een aanklacht van mij wegens bedreiging op te nemen -tegen een politieman
die mij plotseling bedreigde met pepperspray toen zijn collega mij arresteerde vanwege een nog onbetaalde boete), zei hij
meteen: "Dat hoort niet!" (Maar maakte zelf weer een stommiteit door te zeggen dat hij alleen maar -geloof 't of niet-
een aanklacht van ontucht wilde opnemen! Ja, zo erg was 't, mensen!)
Die buurman kreeg zijn verdiende straf: hij stierf -ik heb 'm nog gezien met
een opgezette lever alsof hij een voetbal onder zijn blouse verborg, zich verexcuserend- twee of drie maanden na het
voorval! De politieman -wanneer er een rechtvaardige god bestaat (en die bestaat er!)- moge iets soortgelijks overkomen!
(meer voorbeelden volgen nog)
5. ONVERTROUWEN VERANDERT IN ANGST.
Totaan gisteren had ik door mijn vele ervaringen
met criminele politieagenten een volledige achterdocht en onvertrouwen jegens hen ontwikkeld.
Dat onvertrouwen en die achterdocht is sinds gisteren
veranderd in pure angst. Angst omdat ik nu pas inzie hoe groot het misbruik van hun macht is en de regelrechte realisering
bij mij van mijn volledige rechtelijke onmacht en in feite vogelvrijverklaring.
Ik zal totaan mijn graf blijven vechten tegen deze
misdadigers en voor genoegendoening van al wat ze mij misdaan hebben- alhoewel ik goed besef dat mijn situatie als dakloze
mij in een hopeloze gevechtssituatie plaatst.
Maar laat ik eerst vertellen wat er gisteren is gebeurt
(voor zover dat nog mogelijk is na de psychische gesteldheid waarin ik mezelf na mijn ervaring met politie en justitie mezelf
aantrof).
Ik loop door de binnenstad van Haarlem en raak in
conflict met een fietser- zie mijn pagina 'fietsterrorisme' (Google). Ik roep om politie, waarna omwonenden de politie bellen.
Wanneer de politie aankomt wordt me verteld dat, wanneer ik aangifte tegen deze man wil doen, ik naar het hoofdbureau moet
gaan. De fietser waarmee ik in conflict kwam weigert (dan nog) tegen mij een aanklacht in te dienen, en ik wordt dus ook niet
aangehouden.
Dat verandert wanneer ik op het bureau aankom, en
men gewoontegetrouw -lees het eerste hoofdstuk van deze pagina- weigert een aanklacht op te nemen (waartoe ze verplicht zijn,
en bij weigering strafbaar).
Wanneer ik de hoofdagent dreig met een aanklacht
tegen hem wanneer hij blijft weigeren een aanklacht van mij te behandelen, zegt hij dat-ie een onderhoud met de hulpofficier
van justitie, ene dhr. van Son, zal plegen, en ik even moet wachten, en dreigt me (tuttoierend) het bureau uit te laten zetten!
Dhr van Son komt drie minuten later binnen (wat ze
met elkaar besproken hebben mag God weten), en zegt dat ik ben gearresteerd! De politie weigert vervolgens nog steeds een
aanklacht tegen de fietser en de hoofdagent op te nemen.
Maar wanneer U nu denkt dat de zaak hiermee af is;
neen.
De politie zoekt vervolgens contact met de fietser,
die na dit contact plotseling wel bereid is een aanklacht tegen me in te dienen.
's-Avonds sta ik, met aanklacht, alleen niet tegen
de fietser en de hoofdagent, maar tegen mezelf, weer buiten!
Ik moet zeggen: een slimme zet van de hoofdagent
en drh. van Son. Maar eerlijk?
Edoch zal ik, nu langs andere weg, blijven proberen
een aanklacht tegen de fietser, de hoofdagent en hulpofficier van Justitie dhr van Son (wegens machtsmisbruik en willekeur)
in te dienen.
Ik ga daar in ieder geval niet meer voor naar de
politie! (Ik ben echt bang dat de criminelen me zullen proberen valselijk te beschuldigen van het een of ander, of me
voor gek te laten verklaren, om zo hun gram te halen!)
De rechtszaak tegen mij dient 30 maart.
Ik hou U op de hoogte!
VERVOLG.
Een welverdiende vrijspraak!
De (vrouwelijke) rechter was wijs en sprak DNH onvoorwaardelijk
vrij! De Officier van Justitie eiste de hoogste straf, maar moest onverrichter zaken terug haar hok in!
Maar ze kan nog in beroep gaan (zal u daarover op
de hoogte houden), echter dan, dan zal ik het proces nog beter voorbereiden en met een nog breder front in de tegenaanval
gaan!
Hahahahaha! Wie De Nieuwe Hilterman wilt vertellen wat goed en slecht
is moet beter beslagen ten ijs verschijnen!
Vroeger dan mij opstaan is helemaal niet naar bed
gaan want ik ben altijd de eerste!
Het was ook een verloren zaak voor Justitie. De eerste
de beste rechtenstudent had ze dat kunnen vertellen- wat ik de president ook gezegd heb! Het was overduidelijk een zaak van
doorgestoken kaart, en zou, wanneer ik ook maar tot een uur gevangenisstraf veroordeeld zou zijn, een blamage voor het hof
en het gehele Nederlandse rechtsbestel zijn geweest!
En wat wil men ook: het arrest van de politie was meer dan 100%
selectief en willekeurig, het 'slachtoffer' legde bewijsbaar een valse verklaring af, de politie smoorde mij, klokkenluider,
die het waagde man en paard te noemen en te roepen, dat de keizer geen kleren aan had -'Hij is naakt!'-,de mond met dit
proces en ik, ik laat mij de kaas niet zomaar van het brood eten; ik weet mijn zegje wel te doen! En de rechter was een
vrouw!
Mijn advocaat had ik helemaal niet nodig gehad: hij
vroeg vrijspraak wegens noodweer!
Maar zelfs hij heeft volgens mij niet begrepen
hoe, in de diepte, deze zaak in elkaar stak. (Liet mij daarover ook niet uitpraten, integendeel: in ons gesprek dat vooraf
ging aan het proces was 't eerste dat hij me tegenwierp de vraag 'wat ik toch in hemelsnaam tegen fietsers had', en vlak voor
het proces, in het Paleis van Justitie, vroeg hij nog, toen ik wilde uitleggen wie Inspecteur van Son was, enigzins verbolgen
en geergerd, met mijn rapport op zijn schoot: 'Wie is dat nou weer?', terwijl dat nu juist de boeman is!)
Ze zijn ook zo oneerlijk en immoreel op zo'n bureau:
o, gewis; incompetentie en willekeur, toch wijd verbreid in de maatschappij, houden niet op bij de drempel van het politiebureau!
Ten eerste wilde de politie geen aanklacht tegen
degeen die expres op mij inreed en me bedreigde opnemen, een overbekend en over-verfoeilijk verschijnsel dat ik reeds
hierboven eerder noemde. Maar mijn tegenstander wilde ook geen aanklacht tegen mij doen, tenminste, in eerste instantie niet.
Toen de politie op de plaats van het delict was,
en beiden van ons gehoord had, kon ik nog gewoon doorlopen!
Pas toen ik doorzette en perse een aanklacht tegen
deze geweldenaar wilde doen, verwezen ze me naar het hoofdbureau, waar men weigerde een aanklacht uit te schrijven, en toen
ik de chef van dienst, die dit weigerde, dreigde met dan een aanklacht tegen hem in te dienen, is hij in onderhandeling gegaan
met dhr. van Son, die me prompt arresteerde.
Toen ik dit tegen de mensen van het Bureau Rechtshulp
vertelde, vroegen ze direct of ik toen niet gewelddadig ben geworden!
DNH is tegen een criminele politie zo gewelddadig
als een heel leger, maar dat wil niet zeggen dat hij daarom ook dom en tactloos is!
Mijn tegenstander in het proces -wiens naam ik hier
uit pieteit niet zal noemen- zat toen allang thuis- waarschijnlijk zijn slechte daden te overpeinzen! In het proces-verbaal
doet de politie net alsof ik met hun naar het bureau ben gegaan en daar alsnog besloten werd mij te arresteren.
Toen ik in die kille cel zat moeten zij degeen die
zo deerlijk op mij inreed en me bedreigd had hebben opgebeld en gepushed alsnog een aanklacht tegen mij in te dienen! Terwijl
ze mijn aanklacht even daarvoor nog hadden geweigerd!
Een politieman, en zekers een Officier van Justitie,
moet altijd objectief blijven wil er geen sprake zijn van machtsmisbruik en rechtsongelijkheid, maar in deze zaak blunderde
hij wel dusdanig, dat hier gerust van een verkrachting van 't recht en de rechtsorde gesproken mag worden, zonder dat men
van een enkele overdrijving beticht kan worden!
Maar er was nog een reden waarom dhr. van Son en
de andere politiemensen op het bureau zo willekeurig te werk zijn gegaan. Ik heb hierboven reeds gemeld dat men in het verleden
tientallen malen heeft geweigerd een klacht van mij te onderkennen wanneer ik weer eens was mishandeld of bedreigd. Ik heb
zelfs eens een politieagente horen verklaren dat zij 'nooit aangifte doen bij bedreiging', wat niet alleen een valse
leugen is, maar ook nog eens een totaal foute instelling!
Hoe konden zij dan, op het Koudehorn nummer 2, wel
een aanklacht van bedreiging tegen mij verwerken, zonder selectief en partijdig te zijn!
Op het bureau gevraagd te zijn heeft mijn opponent
zijn verklaring (op aandringen van de verbalisanten?) nog eens aangedikt.
Alleen heeft-ie dat zo klungelig gedaan dat iemand
met een geslepen blik en zicht op zaken als ik, er binnen de kortste keren bewijsbare leugens en onwaarheden in ontdekte.
Afgunst en dwaasheid gaan zelden gescheiden, zo ik ook bij deze nar constateren
mocht.
Maar omdat lafheid, criminaliteit en ontrouw zo een breed bed vinden in deze
maatschappij, waar zij in de harten van talloze armlastigen en verlorenen een goed heenkomen hebben, keerden allen in het
politiebureau zich tegen mij- te bang om zelf ervan worden beschuldigd iets laakbaars te hebben gedaan, namelijk niet optreden
tegen het gedrag van duizenden en duizenden fietsers die alle wetten en bepalingen die er gelden in de stad verachten, en
zo de straten niet alleen maar gevaarlijker, maar vooral ook a-socialer en mensonvriendelijker maakt, en waar ik nu zelf het
slachtoffer van was geworden.
En omdat ze zelf zo vreselijk (bewijsbaar) schuldig zijn, hebben ze mij beschuldigd
van geweldspleging toen ik mezelf tegen zo een opzettelijke fietsterrorist verdedigen moest!
Ze moeten gemeend hebben, dat zolang ik beschuldigd zou worden (of ik nu daar
verantwoordelijk voor ware of niet!), zij gevrijwaard waren van hun laksheid ten opzichte van hun eigen rechtshandhaving!
Zoals zovaak moesten zij nog meer crimineel gedrag plegen om hun misdaden te
verdonkeremanen, wat ik sluw doorzag, simpelweg omdat er zoveel immorele dwazen als hunnie zijn!
Justitie is niet in hoger beroep gegaan -bang dat ik zou winnen-, maar ik had
liever dat ze dat wel deed, omdat ik zo mijn verdediging nog beter zou kunnen voorbereiden, dan ik in dit proces, dat ik won,
reeds deed!
(wordt vervolgd)