aangaande het strand- en duingebied
tussen Scheveingen (strandpaal 99) en Zandvoort (strandpaal 66), eventueel uitgebreid tot Bergen aan zee (strandpaal 33).
Voor de oude strandpagina van DNH gelieve
te klikken op de link hierboven.
Op deze pagina wil ik u informatie en
overzicht geven voor wanneer u het strand bezoekt, zomer of winter, of een strandwandeling gaat maken. U kunt hier verzekerd
zijn de de informatie die u nodig heeft, zoals weersgesteldheid, busverbindingen en plattegrond. Tevens probeer ik u hier
te vermaken met strandtocht-verslagen, wetenwaardigheden en meetings.
Ook publiceer
ik hier ingezonden teksten, dus als u nog wat weet, schroom niet en neem contact met mij op. starter@ilse
Tekening van de hand van den auteur . .
.
Dit
is een web-site voor iedereen die het leuk vind om op het strand te bivakeren, feesten, wandelen of aanwezig te zijn, zomer
en/of winter. In het bijzonder het strand tussen strandpaal 99 (even ten noorden van de scheveningse Pier) en strandpaal
66 (Zandvoort) en eventueel het strand totaan strandpaal 33 (even ten noorden van Bergen aan zee). Het is de bedoeling
dat mensen via deze web-site elkaar ontmoeten op bepaalde plekken op dit strand, om kennis over te brengen en te genieten
van de natuur in al haar hoedanigheid. Het ligt in de bedoeling nog deze zomer (die van 2003) een eerste bijeenkomst te
organiseren ergens op het strand tussen Den-Haag en Zandvoort, op een stille plek enkele kilometers van een boulevard of op-/afrit,
zodat u 'gedwongen' bent enige lichamelijke inspanning te leveren. Tevens zult u om mee te doen enige spullen (eten/drinken)
mee moeten nemen zodat samen een diner end. kan worden genuttigd. Ik zal de plaats vooraf per e-mail aan de afgesproken
deelnemers mededelen, het doel van het bezoek en hetgeen wat ieder mee moet nemen. Ik zal op de afgesproken plaats het
eerst aanwezig zijn en al van verre herkenbaar zijn door vooraf afgesproken herkenningstekens. De bijeenkomsten zullen
gekenmerkt worden door tegenstellingen en overeenkomsten tussen de verschillende bezoekers. Tegenstellingen met betrekking
tot de herkomst van de deelnemers: zo zou ik me kunnen voorstellen dat sommige deelnemers maatschappelijk geslaagd en hoog
gepositioneerd zijn, aangetrokken door de vrije geest en het buitenleven, maar nooit tot de reeele mogelijkheid gekomen alles
los te laten en zwervend de natuur en de wereld te gaan verkennen, en anderen een veel eenvoudiger plaats in de maatschappij
bekleden of nog studerend zijn, en aangetrokken door het natuurlijke en gewoonte-doorbrekende. Overeenkomsten tussen de
deelnemers -die door mij zullen worden gescreend en uitgezocht- kunnen zijn: hang naar de natuur, een natuurlijke levensvisie
(biologisch voedsel, wandelen, filosoferen, kunst en wetenschap, anti-autoritair en maatschappij-kritisch), verwoed internetter
en bereid vreemden te ontmoeten en accepteren dat ze anders zijn, en natuurlijk met een voorliefde voor strand, duin en kust
-ongeacht het weer.
Het strand van bovenaf...
Scheveningen
ZANDVOORT EN HET ZANDVOORTSE NAAKTSTRAND.
Een opname van het Zandvoortse naaktstrand.
Toen
ik een aantal jaren geleden van Den-Haag naar Haarlem verhuisde deed ik dat in de wetenschap dat Haarlem (waar nota-bene mijn
opa vandaan kwam!) mij twee dingen zou geven die ik in die mate niet in Den-Haag had, maar waarvoor ik wel altijd in die stad
(Den-Haag is mijn geboortstad) was blijven wonen: aan de ene kant de binnenstad en het centrum, alwaar alles te vinden
is wat men nodig heeft, en aan de andere kant het strand en zijn duinen, waar ik ruimschoots de gelegenheid vond van de druk
der mensen verlost te zijn en enigzins mezelf te kunnen zijn.
Daartussen woonde ik.
In Haarlem trof ik de binnenstad
van Amsterdam aan de ene kant (met nog meer mogelijkheden van een grote stad dan Den-Haag me bood), en aan de andere kant
het wijdse strand van Zandvoort met de breed uitgestrekte duinen van de Amsterdamse Waterleiding en de Kennemerduinen, veel
meer natuur dan ik -ten noorden van- Scheveningen gewend was.
Echter de afstand Amsterdam-Haarlem
en Haarlem-Zandvoort is veel groter dan die van Den-Haag-Scheveningen en het Scheveningse strand!
Eenmaal ben ik van 't Amsterdam
Centraal Station naar Haarlem gelopen (over Halfweg), maar Haarlem-Zandvoort (7 of 8 km.) is voor mij een bekende weg,
alhoewel ik de eerste twee jaar van mijn burgerschap in deze gemeente deze weg vaker heb gelopen dan de tweede!
Voor iemand die van strand en duinen
houdt is Zandvoort een fantastische badplaats, al moet ik bekennen (zie ook mijn ideeen omtrent mijn burgermeesterschap van
Bergen) dat wanneer ik het hier voor het zeggen had (en vooropgesteld dat ik er de financieele middelen toe had) ik menig
moderne accomodatie op de kaart had laten zetten waardoor Zandvoort in de zomer een badplaats van wereldformaat zou zijn en
's-winters, door zijn vele moderne gallereien, winkelcentra's en passages, een oord om als gast nog lang te vertoeven en waar,
ook bij slecht weer, verveling uitgesloten is.
Zomers is het nu, door mijn strenge
oog gezien (zie ook mijn pagina KUUROORD), een armoedige, achterbuurt-achtige voorziening voor badgast en toerist, waar je
nog geen kraantje aantreft, laat staan een plek om te schuilen of een snelle verbinding naar Amsterdam.
De boulevards zijn de povere flaneer-lanen
die we kennen uit zuiderlijke streken en zij allen worden gekenmerkt door een sfeer van laksheid en desinteresse die er ontegenzeggelijk
bij de makers en beslissers van deze bouwsels aanwezig moet zijn geweest toen ze werden aangelegd en nu ze onderhouden
worden: de gemeente!
Ik zou beginnen met de armoedige
straattegels en stenen rand van de gehele boulevard, vanaf de Zuiderboulevard totaan die van Bloemendaal, te vervangen door
het veel duurdere, mooiere en fijner te gebruiken marmer van een of gene soort en tal van gratis voorzieningen aanbrengen
voor de bezoekers die daardoor van heinde en verre zouden worden aangetrokken en zo toch wel hun centjes uitgeven...
Langs het strand en op de boulevard
verrezen overdekte en ('s-winters) verwarmde passages, met dure winkels en allerlei mogelijkheid tot vertier.
Pleinen waar de gast (gratis) kan
uitrusten op banken met kussens, waar de reiziger van alle gemakken voorzien is, zoals douches, bagagekluizen, goedkope overnachtingsmogelijkheden,
internetcafe's enz. Alles goed onderhouden en schoongemaakt, zodat de bezoekers worden aangespoord de zaken net zo schoon
en heel weer achter te laten, als ze ze aantroffen bij aankomst!
Nu is het er een vuile bende. Stoeptegels
die verdwenen zijn, onkruid dat overal welig tiert en werkelijk o-ver-al fietsers die de verkeersregels aan hun laars lappen
en (massaal) over de stoepen en in winkelcentra's fietsen, vuile afvalbakken die niet open kunnen (er is een klein gat in
de deksel gemaakt, zodat je een halfvolle plastic tas met afval niet weg kunt gooien zonder al het vuil uit de tas te halen
en stuk voor stuk door de opening te gooien, wat niet alleen een zeer smerig werkje is, maar ook vermeden wordt door het vuil
naast de bak te zetten).
Honden die overlast veroorzaken
(doen ze altijd, maar hun baasjes trekken zich niets aan van verbods- of aanlijningsborden) en a-sociaal uitgaanspubliek dat
de straten onveilig maakt.
De Duitser die hier elk jaar naar
toe komt moet wel snakken naar de zee om zoveel ongerief voor lief te nemen!
Wanneer ik burgemeester van Zandvoort
was had ik een snelle, onderaardse rail-verbinding naar Noordwijk en Amsterdam gebouwd, en, als het binnen de mogelijkheid
lag, een verbinding onder het Noordzee-kanaal naar Wijk aan zee.
Stelt u zich eens voor hoe heerlijk
het moet zijn om, zonder de ongemakken van het hedendaagse openbaar vervoer van vandaag de dag, binnen 15 minuten van Zandvoort
naar Amsterdam te kunnen reizen, of in 10 minuten naar Noordwijk, en binnen 20 minuten van de (Zuider-)boulevard in Zandvoort
naar de Scheveningse boulevard. Daar trek je touristen mee naar Holland!
Zo zou ik Zandvoort tot het hart
van de Nederlandse bad-tourisme industrie maken en de wereld (althans 't gehele noordelijk halfrond) een topattractie
rijker hebben gemaakt.
Ja, bestuurders en belangenverenigingen
van dit land: het is aan u te danken dat we er nu zo belabberd aan toe zijn en dat onze nationale plaats aan zee niet meer
te bieden heeft dan een haast na-oorlogse armoede; een slecht onderhouden tuin van iemand die genoeg te besteden heeft, maar
dat niet aan zijn gezondheid uitgeven wil!
Het strand kenmerkt zich door een
aantal zaken dat het verblijf hier zo aangenaam maakt.
Dat is allereerst het wijds uitzicht.
Hier in Zandvoort kun je bij helder weer gemakkelijk naar Scheveningen kijken, een afstand van maar liefst dertig kilometer
hemelsbreed!
De havenhoofden van IJmuiden verhinderen
het zicht op de kust van Noord-Holland, maar op zee houden we een ongehinderd uitzicht. Iemand die weet hoe lang het lopen
is naar bijvoorbeeld Noordwijk ziet dat Noordwijk heel anders dan iemand die kijkt naar een hem onbekend vergezicht.
Ik loop plusminus tien keer per
jaar van Zandvoort naar Scheveningen en/of vice versa en doe daar meestal anderhalve dag over. Wanneer ik in Noordwijk of
in de duinen ten noorden van die badplaats ben -en dus bezig ben van Scheveningen naar Zandvoort of Haarlem te lopen- betekent
het uitzicht op Zandvoort of Scheveningen iets heel anders voor me dan datzelfde gezicht voor een ongetraint iemand, die met
de auto even naar de boulevard gaat om een frisse neus te halen en opzij kijkt, en hetzelfde beeld aanschouwt.
Voor iemand als ik, maar ook -in
mindere mate- voor de gewone bezoeker, of het moeten de (lange-) afstandslopers zijn, heeft afstand, wijdsheid en de tijd
deze afstand te overbruggen een bepaald effect.
Het geeft de wandelaar een voorsprong
op hen, die zich niet of uitsluitend met behulp van de techniek (dus ook fietsers) kunnen verplaatsen. Echter de meeste bezoekers
zullen tegen het naderen van de avond op huis aan gaan.
Ik had het geluk deze wijdsheid
te ontmoeten zonder 's-avonds ergens naar toe te moeten, en er te kunnen blijven en de volgende dag verder te gaan!
Dan krijgt 't Hollandse strand
en de kaart van de Hollandse kust een heel andere waarde en betekenis dan die, die het voor de gewone Nederlander of haar
overheid heeft.
De grens wordt nu niet meer bepaalt
door het hebben van een huis waar je naar toe moet om te kunnen eten en rusten, of door grenspalen of wetten (binnen bepaalde
normen dan), maar door je eigen capabelheid en lichaamsconditie.
Gelijk de dieren en de oermens
die hier gelopen moet hebben ontwaart zich in je een universieele overlevingsdrang die slechts door de leeuwen en antilopen
op de Afrikaanse savanne's -die toch ook niet even op de tram kunnen stappen- en de cheeta's in -ik meen- India geevenaard
worden.
Hier naar toe gelopen ervaart elk
mens de natuur in zich, die zo lang door cultuur en samenleving onderdrukt werd, en is het aan de kennis en ervaring van den
wandelaar, en wat-ie in het verleden gedaan heeft (een huismus zal zich hier niet bepaald thuis voelen en een stadsbewoner
-veelal- na en halve dag de 'heerlijke' geur van benzinedamp willen opsnuiven en niet tegen de stilte en de ruigheid van de
open natuur opgewassen zijn).. (wordt vervolgt)
Het Zandvoortse strand
. . .
Een vereenvoudigde tekening van het gebied van de Amsterdamse Duinwaterleiding
met links het naaktstrand.
Regen ofzonneschijn...
VIERDAAGSE STRANDTOCHT SCHEVENINGEN
(STRANDPAAL 99) - BERGEN OF BERGEN AAN ZEE (STRANDPAAL 33).
Van 4 juni
tot 7 juni 2003 hield ik een strandvierdaagse tussen Scheveningen en Bergen (N-H). De tocht kenmerkte zich voor mij doordat
de eerste helft ervan -dus van Scheveningen tot Zandvoort- (van strandpaal 99 tot strandpaal 66) door mij de afgelopen vier
jaar reeds zo'n dertig, veertig maal gelopen was en de tweede helft (van Zandvoort tot aan Bergen aan zee, strandpaal
33) pas twee maal: een maal vorige zomer (die van 2002) en een maal in 1985! Ik zou dus daar, waar ik normaliter de tocht
plachtte te eindigen (in Zandvoort of in Haarlem, in het laatste geval boog ik bij Noordwijk de duinen in om via het Oosterkanaal
-in het prachtige natuurgebied van de Amsterdamse Waterleiding Duinen- in Haarlem aan te komen) de reis voort te zetten
met eenzelfde afstand (de omweg over de sluizen bij IJmuiden van, schat ik, zo'n acht kilometer even niet meegerekend) als
die reeds achter me lag en zou dus twee maal achter elkaar dezelfde prestatie moeten leveren. De kustlijn (het strand)
van Nederland tussen Scheveningen en Bergen en trouwens de gehele Noord- en Zuid-Hollandse westkust tussen Hoek van Holland
en Den-Helder met uitzondering van de eilanden Texel en Goeree Overvlakkee, kenmerkt zich door een kromme, die ten noorden
van de IJmuider sluizen steeds flauwer wordt en minder naar het noorden neigt, zodat wanneer je bij Scheveningen wat hoog
gaat staan, en het is helder weer, je boven de golven in de branding Katwijk met zijn karakteristieke witte kerktoren ziet
liggen en even verderop (met het Huis ter Duin fier naar boven torend ) de mondaine badplaats Noordwijk. Boven zee zie
je duidelijk in de verte de witte torenflat en de donkere uitkijktoren van Zandvoort. Bergen aan Zee zou, wanneer ze daar
een 500 meter hoge toren zouden bouwen, links van de torens en rookpluimen van onze nationale Hoogovens boven de horizon uittorenen. Met
andere woorden: ik zou geen rechte weg afleggen, maar als het ware rond de Noordzee lopen, een feitelijke omweg, met drie
nachtpauzes ter hoogte van het strand tussen Katwijk en Noordwijk, Zandvoort en ergens tussen Wijk aan zee en Bergen in. Ik
wist weliswaar dat het enige kilometers om was over het Noordzee kanaal en hield er rekening mee dat de tocht wel eens langer
dan vier dagen zou kunnen gaan duren, maar door het vele mulle zand en de hitte van de hoogstaande zon werd het geen lichte
tocht, hoewel ik de eerste twee dagen (dus totaan Zandvoort) het expres rustig aan deed. Maar als je zo vaak als ik met
zware bepakking (ik loop met een rugtas van 30-40 kilo) over het strand de afstand van Scheveningen naar Zandvoort of Den-Haag-Haarlem
(over Leiden) in twee dagen, waaronder zelfs enkele malen in een dag, hebt afgelegd, moet de afstand Scheveningen-Bergen aan
zee, die zo'n zesenzestig kilometer meet, toch geen onoverkoombare barriere zijn. Dinsdagavond drie juni liep ik op de
boulevard voor de Pier naar mijn vaste plekje bij strandpaal 97, dus ongeveer twee-en-een-halve kilometer ten noorden van
Scheveningen. Ik ben zoals gewoonlijk in de duintjes die op het strand ontstaan zijn (dus nog voor de zeereep) die je op die
hoogte hebt (er zijn nog meer plekken waar je, zonder een hek van Rijkswaterstaat over te stappen, in duintjes op het strand
kunt lopen en zonnen) de nacht gaan doorbrengen (volledige camping-uitrusting) om de volgende ochtend 4 juni te beginnen met
lopen naar Wassenaar, of liever gezegd de Wassenaarse Slag. Nog voordat je de Wassenaarse Slag bereikt kom je, wanneer
je het strand ten noorden van Scheveningen afloopt, de afslag Meyendel tegen. De duinen op het strand worden hier onderbroken
door de schuin omhoog liggende strandafslag, waar zomers enorme lelijke afvalbakken geplaatst zijn, die overal op het strand
staan en al van verre te zien zijn. Kijken we bij Meyendel achter ons, dan zien we het karakteristieke beeld van Scheveningen
en de Pier met de grote woontorens plus gouden bal op de hoogste op ongeveer dezelfde afstand als de Wassenaarse slag, die
recht voor ons ligt en door de catamarans die er liggen en de strandtenten met vol vlagvertoon zomers duidelijk te onderscheiden
valt. Meyendel en de Wassenaarse slag zijn 'haltes' waar je de vreemde gedaantewisseling van Scheveninger in Zandvoorter
of Bergen aan zeeer het eerst opmerkt, tenminste, wanneer je er maandelijks langsloopt, zoals ik. Het intrigeert me telkens
weer mateloos om het landschap en de omgeving langzaam maar zeker zien te veranderen van het Scheveningse in het Zandvoortse. Nergens
ligt er een grens die duidelijk aangeeft dat hier het Zandvoortse of zelfs maar het Noord-Hollandse gebied begint terwijl
toch duidelijk is dat het Scheveningse strand en Den-Haag heel anders is dan het Zandvoortse (of Haarlem ). Of eigenlijk
wel, maar dan een gevoelsmatige: ten noorden van Noordwijk begint voor mijn gevoel al het Zandvoortse -vooral als de afslag
Langervelder slag gepasseert is, maarja, dan zit je al op enkele kilometers van de gemeentegrens! De Wassenaarse slag is
voor mij het einde van het Scheveningse of Haagse gebied en het begin van de rest van de reis naar Zandvoort en zelfs naar
Bergen! In de zomermaanden loopt er uit de pomp aan de Wassenaarse slag water. Altijd gemakkelijk te weten, want je kunt
'm vanaf het strand niet zien, en tussen 1 oktober en 1 mei staat hij droog (wat ook wel handig is om te weten en er rekening
mee te houden!). Lopen is eigenlijk een magische gebeurtenis. Je beweegt je van de ene plek naar de andere, en omdat die
plek zo anders is verander je zelf mee. Alleen verander je zonder dat je het merkt. Het is net als de omgeving en de horizon
die veranderen naarmate je je verplaatst. Ze is na tien stappen nog hetzelfde. Na honderd stappen is ze hooguit een beetje
veranderd. Pas wanneer je, na een flinke tijd gelopen te hebben, de omgeving en verandering vergeet, valt het je plotseling
op: Ik ben in een ander gebied. Tussen de Wassenaarse slag en Katwijk is het strand precies als voor Wassenaar: een flinke
duinenrug op het strand die pas bij Katwijk verdwijnt, met dit verschil dat we een stuk meer noorderlijker richting lopen,
en de horizon nu totaal anders is dan bij Scheveningen. Noordwijk is nu niet alleen een stuk duidelijker zichtbaar (groter
en contrastrijker) maar ook een stuk meer naar rechts verplaatst, terwijl Katwijk, de witte toren en de huizen op de boulevard
en de vuurtoren nu duidelijk te onderscheiden is. Op deze hoogte 'ruik' ik al het zandvoortse strand dat nu duidelijk zichtbaar
wordt (met de naald van het militaire radiostation aldaar). In Katwijk zijn de mensen van de gemeente zo slim geweest een
goed werkende kraan op de boulevard te plaatsen: in Zandvoort mis ik deze voorziening en in Scheveningen werden de pompen
dit jaar niet aangesloten. Ik vraag me af welke gedachtenkronkel achter zo een beslissing zit, want water is toch wel
het minste dat je als kustgemeente, naast bankjes om te zitten en huisjes om te schuilen, gratis de burgers en bezoekers verstrekken
mag. In Katwijk kunnen wij winkels bezoeken, een ijsje eten of een haring happen. Op mijn reis naar Bergen aan zee trakteerde
ik mezelf op zulke versnaperingen; doorgaans zie ik daar van af omdat ik alleen maar eten uit de biologische winkel lekker
vind, maar deze keer smaakte mij beide traktatie's uiterst best: de nieuwe haring met uitjes voor en het ijs met slagroom
na! Ik ben mijn kamp gaan opslaan in de duinenrij op het strand tussen Katwijk en Noordwijk. Hier zijn de duintjes, die
beginnen op het scheveningse noorderstrand op het naaktstrand, een halve kilometer voorbij de laatste strandtent (bij onze
vaderlandse kazematten) uitgegroeid tot wel vijf, zes meter hoge duinen waarvan de strandwandelaar een prachtig wijd uitzicht
heeft over het strand en de zee, en je ongehinderd kunt wildkamperen op een van de mooiste plekken van Nederland. Afgelopen
winter heeft een laaiende storm deze duinenrij voor wel 2/3 weggeslagen inclusief vegetatie en een kale, stijle zandrug achtergelaten
die voor iemand met een zware rugzak onneembaar is en alleen op sommige plaatsen (bij een strandafslag bijvoorbeeld) beklommen
worden kan, waardoor de natuur hier nog meer tot zijn recht komt. 's-Avonds na zonsondergang vraag ik me af hoe het komt
dat 16 miljoen mensen in het 'achterland' zonodig zoveel te doen hebben, terwijl het hier allemaal zo vrijelijk en gratis
voorhanden is, en er niemand te vinden is. 'Gelukkig', mijmerde ik, 'gelukkig maar, anders zou de betovering van deze oase
van rust en schoonheid schaamteloos verbroken worden...' De volgende ochtend is het strand nog helemaal uitgestorven. Pas
om een uur of acht komen de eerste hondenbezitters en hardlopers het strand oplopen, en begint voor mij de tweede dag van
deze vierdaagse strandloop Scheveningen - Bergen aan zee. Noordwijk vind ik -ik zei het al- een mondaine badplaats. Ze
is niet zo massaal als Scheveningen en veel representatiever, waardoor de identiteit van een badplaats veel meer tot zijn
recht komt, namelijk een publiek van buitenlanders en toeristen, en niet een als vermaak- en hangplek van de inwoners van
de grote stad die er naast ligt! Hier glimmen de hotels je vriendelijk en opgepoetst tegemoet, is de sfeer niet zo oudbollig
als in Katwijk en zijn alle voorzieningen pal aan het strand aanwezig die je in de grote stad ook aantreft. Maar vooral:
hier begint het strand- en duingebied van een van de mooiste en grootste natuurgebieden van de Randstad. Na Noordwijk is er
's-winters en in het late najaar -wanneer de badgasten en touristen allang weer naar huis zijn- voor de strandwandelaar 14
kilometer niets dan wilde natuur! Er rijdt geen bus en er loopt geen trammetje, niemand woont hier dan de vrije dieren en
de overweldigende natuur. Hier begint de speeltuin van de strand-kampeerder-wandelaar. Vanaf Noordwijk is er totaan Zandvoort
niets meer, met in de zomer de afslag aan de Noraweg en natuurlijk de drukke Langevelderslag. Het liefst loop ik hier in
het najaar. Dan is de zon nog krachtig en de 'gekke' stedeling weer weg, maar zo diep in de lente mag ik ook niet klagen. De
felle voorjaarszon doet ook mij verblijden, met de winterkou nog vers in het geheugen! En het geeft wel een leuk beeld, al
die fleurige kleuren van vlaggen, windschermen en badkleding, en de geluiden van spelende kinderen aan het water! Als rugzaktourist
trek je aan het strand altijd veel bekijks: de meeste mensen hebben er geen idee van hoe mooi een strand-trektocht kan zijn
en verbazen zich alleen maar erover hoe iemand het in zijn hoofd haalt om met zo'n zware tas op je rug het kilometers lange
strand af te lopen; laat staan dat ze ook maar beseffen hoe fantastisch dat is. De meeste kijken me onbegrijpelijk en stom
aan. Ik besluit Zandvoort voor me te laten liggen omdat, wanneer ik nu door zou lopen, ik de volgende dag geen inkopen
kan doen. In IJmuiden weet ik op de route naar Wijk aan zee geen supermarkt, en ik moet natuurlijk wel gewoon kunnen koken
en eten.
. . . het Zandvoortse naaktstrand. . . Ik
ken het naaktstrand in Zandvoort erg goed, omdat ik er vaak kom en het het grootste naaktstrand van Nederland is. De duinen
zijn hier heel anders dan de duinen tussen pakweg Scheveningen en Wassenaar. De top van de zeereep strekt zich hier kilometers
kaarsrecht uit, terwijl ze bij Scheveningen en Wassenaar afwisselend in hoogte is. En op deze hoogte zijn er geen duinen meer
op het strand (de laatste strandduintjes passeerden we even nadat we de Langevelder slag achter ons hadden liggen). Een plekje
op het strand kan wel eens gevaarlijk zijn wanneer je geen rekening houdt met de zee en allerlei gemotoriseerd verkeer dat
-vooral in de zomervacantie's- in de vorm van 4-wheel-drive jeeps en strandmotoren en zelfs cross-motoren 's-avonds en 's-nachts
over het strand rijdt. Voor politie behoeft men geen angst te hebben: als je ongezien blijft vallen ze je niet lastig. Het
enige dat nu nog roet in het eten kan gooien is het weer: erg harde wind kan lastig zijn wanneer je met je tentje op het strand
staat en urenlang hete zonneschijn kan op den duur funest zijn, maar beide zaken bleven die derde avond op het strand mij
bespaard. De volgende dag zou ik in Zandvoort aankomen zoals ik zovaak plachtte te doen, alleen nu met een heel andere
missie dan gewoonlijk. Ik deed er mijn proviantboodschappen, dronk er een kop koffie bij McDonalds en liep over de boulevard
naar Bloemendaal. Hier beginnen de Kennemerduinen die ik nog nooit bezocht heb! Dit stuk strand (van Bloemendaal totaan
't Noordzeekanaal) is niet mijn lievelingsstrand. Ten eerste ligt het veel verder van de dorpskern van Zandvoort af dan het
naaktstrand en Bloemendaal aan zee is een badplaats van niks: het enige dat er is is een jongerencamping en een politiebureau!
Gauw doorlopen dan maar. IJmuiden aan zee is nog minder, en dan vooral mijn route: ik loop ter hoogte van paal 58 de duinen
in, maar het strand is hier zo breed dat ik zeker een kilometer door het mulle zand me een weg moet zien te banen voordat
ik op een verhard pad sta dat me door een achterbuurt naar de sluizen over het Noordzeekanaal loodst. Een visje onderweg
kan hier gemakkelijk genuttigd worden want ik kom ettelijke goed-uitziende tentjes tegen. De sluizen van IJmuiden liggen er
net als verleden jaar (en achttien jaar geleden) majestieus bij. Zeker als je nagaat dat je nog steeds een strandwandeling
aan het maken bent krijgt deze route over de sluizen en vooral langs het gebied en bebouwingen van de Hoogovens een science-fiction
achtig, magisch-realistisch karakter. Hier kom je geen wandelaars meer tegen terwijl de hoge bebouwingen, de silo's en rails,
de bergen zand en transportbanden ontegenzeggelijk getuigen van menselijke activiteit. Omdat de wind hard begon te waaien
besloot ik voor Wijk aan zee mijn kamp op te slaan in een verlaten stuk bos aan de rand van het industrieterrein. Hier
kon ik schuilen tegen de wind, genieten van het zoete karakter van het bos (in tegenstelling tot het zoute van het strand)
en enigzins uitrusten van het wijd uitzicht. (Heel gek maar waar: constant een wijd uitzicht om je heen, zoals op het strand,
vermoeit de blik, wat duidelijk merkbaar is wanneer je een tijd lang in dat wijds uitzicht verkeert -2 of drie dagen- en dan
plotseling weer in de bewoonde, bebouwde en begroeide wereld komt!). Morgen zou ik wel zien hoe ver ik kwam! De volgende
ochtend ontdekte ik dat Wijk aan zee een supermarkt rijker is! Verleden jaar was er alleen maar een buurtwinkel die dreigde
te verdwijnen. Ik zal er de volgende keer dat ik hier langs kom -en dat zou best dit jaar nog kunnen zijn- rekening mee houden. Deze
vierde dag zou alweer de laatste van mijn vier-daagse strandtocht worden omdat ik genoeg getraind en hersteld was om in een
keer de etappe Wijk aan zee - Bergen aan zee te lopen en zelfs verder: halverwege de weg Bergen aan zee - Bergen ben ik het
bos ingelopen om in een machtig groot hemelbed van groen gebladerte de avond te verpozen en, enigzins uitgerust, te gaan slapen. Het
strand tussen Wijk aan zee en Bergen aan zee kenmerkt zich door een grote zandvlakte waar je veel minder wandelaars tegenkomt
dan het strand tussen pakweg tussen Katwijk en Noordwijk. Dat kan ook niet anders wanneer men bedenkt dat hier in Noord-Holland
veel minder mensen wonen dan in Zuid-Holland. De antenne-toren op het strand bij Egmond is natuurlijk iets unieks, en ook
wanneer je richting zee kijkt zie je hier heel andere boortorens dan bij Scheveningen. Voor afgelegen, eenzame strand-freaks
is het hier goed toeven: aan de ene kant kun je je hier op een onbewoond eiland wanen terwijl je, wanneer je daar behoefte
aan hebt (zoals ik), je binnen een mum van tijd in Amsterdam bent en de gemakken en geneugtes van de bewoonde wereld bij de
hand hebt. Bergen is een fantastisch vacantie-dorp. Wanneer je je bedenkt dat hier zo dichtbij het uitgestrekte en uitgestorven
strand is, is dit vacantie-oord, met de heerlijke bossen en duinen in de directe omgeving, een van de mooiste plekken om vacantie
in eigen land door te brengen. Indien ik burgemeester van dit Walhalla was, zou ik allang een heerlijk kuuroord in de
duinen langs het strand hebben neergezet. Bergen aan zee is nu een plaats van niks. Geen winkels, geen terassen, laat staan
een gokhal of een internetcafe. Maarja, ik ben de burgemeester van Bergen niet... De tocht verliep uitgesproken fantastisch.
Het weer was gewoonweg zalig, het lopen ging als vanzelf en de timing gedurende de hele reis was optimaal. Zondagochtend
ben ik met de bus van tien voor negen naar Alkmaar gereden en heb daar de trein naar Amsterdam genomen. Voldaan kon ik terugkijken
op een korte maar succesvolle strandwandeltocht!
Een blik op Zandvoort aan zee richting het Noorden:
Bloemendaal a/z
Bergen aan zee
______________________________D N H______________________________
Paal 85, Noordwijk. ( verslag ter plaatse, 3 maart 2004)
Het strand
heeft hier een merkwaardige wending: vanaf de zee loopt het plat -zoals ieder strand-, maar naar de duinen toe bevind
zich een reep duin van meters hoog, zo steil dat je het amper beklimmen kan.
Daarboven heb je een pracht uitzicht over
het strand aan je rechterhand naar Noordwijk en aan je linkerhand -onzichtbaar haast vanwege de duinen ervoor- Katwijk. (En
bij helder weer verder natuurlijk!)
Vandaag drie maart was het te heiig weer om
verder dan de duinenrij die tot de Wassenaarse Slag loopt te kunnen kijken, koud ('n iel zonnetje zorgde ervoor dat 't 's
middags in je winterjas op een warm kleed nog net uit te houden was), maar beter dan was voorspeld!
Ik ben gisteren vanuit Haarlem-zuid door de
Amsterdamse Waterleiding Duinen komen lopen en vanochtend naar Noordwijk gelopen.
Normaal gesproken loop ik deze afstand in
een dag, maar ik heb geen haast en op de een of andere manier voelde ik me er prettig bij.
Morgen zal ik de laatste veertien kilometer
over het strand naar Scheveningen lopen waarmee ik geen problemen verwacht.
De verhoogde duinenreep hier op het strand
is nu nog maar enkele meters breed. Tot verleden jaar was het taluut veel breder, en de helling naar ik me kan herinneren
begroeit met helmgras.
Verleden jaar moet een machtige storm de helft
van deze reep hebben weggeslagen en een mager duinenreepje -kaalgeslagen- hebben achtergelaten, want op een van mijn reizen
tussen Haarlem en Den-Haag, wanneer ik meestal hier langsloop, zag ik plots het nog al onthutsende beeld van heel die duinenrij,
met een kilometers lange afstand -nog voor het prikkeldraad van Rijkswaterstaat- dat voor de helft door een onnoemelijk sterke
natuurkracht (ik schok er een beetje van) geamputeerd en ontvelt was.
Ik moet er niet aan denken wat er zou zijn
gebeurt als ik daar met mijn tentje had gestaan!
Op de overgebleven reep- die nu veel smaller
is, maar nog immer evenhoog op het strand staat- heb ik vanmiddag mijn tentje (van doorzichtig zeil) opgezet, eten klaargemaakt,
en toen het te koud werd binnen in de tent zitten tekenen.
Nu het donker wordt en alleen nog maar een
eenzame hardloper mij scheidt van volledige isolatie in werkelijk een zee van ruimte, wordt mijn warme tentje, dat ik ruim
met kaarsen heb verlicht, een huiselijke oase in een zee van haast vijandige intentie.
Hoeveel daklozen zullen zo fortuinlijk zijn
als ik: een goed onderkomen, een goede conditie -ik heb zelfs nog wat geld- en op een plek die wegens zijn ligging best uniek
genoemd mag worden: op de achtergrond kabbelt en suist de Noordzee geduldig en trouw haar eeuwige gezang: ten tijde van de
Germanen moet de zee en het strand er ook zo hebben uitgezien (en geklonken), en het zal nog wel een tijdje duren eer de mensen
hier gaan bouwen of zelfs maar mijn kuuroord (zie mijn pagina Kuuroord in zee) zullen realizeren!
In het land achter deze duinen speelt het
zich allemaal af: de Maatschappij met haar vervloekte lot!
Hier, waar de maatschappij ophoudt, ontsnap
je aan haar vastbesloten hellegang- hier op de rand van het land, van het continent Europa- open en vrij begaanbaar; en ik
zie er niemand!
Heer en meester ben ik er, in een land zonder
onderdanen. In mijn capsule red ik me hier, waar andere wandelaars -zonder campinguitrusting- een koude en gevaarlijke nacht
buiten zouden moeten doorstaan; ik vlieg in mijn reddingscapsule de ruimte in -gered, ja!-, maar waar moet ik, zonder Moeder
Aarde, naar toe? Overal heerst de donkere, kille en stille dood!
Nu het helemaal donker is kun je vanuit mijn
tentje (zonder er uit te moeten en te gaan staan) de lichtjes van Noordwijk zien (zie tekening). Op zee, die nu enkelt nog
te onderscheiden valt door haar iets donkerblauwerer tint dan de lucht, zijn de eeuwige lichtjes van (vissers-)schepen te
zien.
O, wat zou dit een heerlijk plekje geweest
zijn met een of twee lieve, mooie jongens erbij!
Morgen zal ik Scheveningen binnenlopen en
zondag of maandag met de trein weer naar huis reizen- naar mijn oude, vertrouwde plekje in de Haarlemse Hout.
Vervloekt Scheveningen, vervloekt Haarlem!
De hele wereld lijkt vervloekt, behalve hier, op de rand ervan!
In mijn reddingscapsule ben ik
haast verzekerd van een veilige nacht, maar de eenzaamheid en het gebrek aan vriendschap maakt deze plek als een ruimte in
het heelal, tussen de sterren, ver verwijderd van Moeder Aarde, zoals de mensen van deze maatschappij ver verwijderd zijn
van het beeld dat God voor ogen gehad moet hebben toen Hij hen schiep... (wordt
vervolgt)
NOGMAALS: HET ZANDVOORTSE NAAKTSTRAND (juni 2004).
Eindelijk
zomer.
Officieel nog een week, in mijn hart reeds
enkele weken.
Die zon daarboven klom maar en klom maar,
nu is zij op haar hoogste stand, en zegt ons pas laat in de avond vaarwel, om al vroeg weer -de volgende dag- het land en
het strand te verwelkomen.
Dit zijn dagen die mensen hun levenlang zullen
onthouden. Ze zullen zich niet meer herinneren welke dag het was, of ook maar het jaar, maar zij zullen zich immer de zomerse
dagen kunnen herinneren, waarin deze zon zo prominent aanwezig was.
De zon, de zee en 't zand, goed voor miljoenen
jeugdherinneringen.
Hier op 't strand (paal 69) te Zandvoort is
het momenteel uitgestorven. Heel in de verte loopt een echtpaar en honderd meter verderop liggen een paar verlate homo's te
vrijen.
Als zij weggaan lig ik hier -zoals mijn gewoonte-
moederziel alleen.
Afgezien van de zee en de meeuwen -en vooral
de lucht-, en misschien nog een wandelaar of jogger, ben ik dan tout solo- helemaal alleen!
Ik herinner me mijn eerste ervaring als kind
op het Scheveningse strand. Ik zal zo'n jaar of vijf, zes geweest zijn toen ik -met de groep uit het kindertehuis, en niet
met mijn ouders, naar ik zeer goed besefte-, na een hele dag op het strand, langs een drukke vloedlijn liep, en iemand me
had verteld dat we weer zouden vertrekken.
Het zal zo een uur of vier, vijf 's-middags
geweest zijn, en ik herinner me nog sterk dat een gedachte me meester maakte, een verlangen hier, zo vlak onder die warme
zon aan het water, voor altijd te willen blijven!
Vreemd is dat toch, dat ik als kind reeds
herinneringen had -van voor mijn geboorte wellicht-, die mij, wanneer ik er aan dacht, associeerde met het positieve gevoel
dat ik, in het verre verleden, gehad moet hebben.
Nu heb ik veel zomerse dagen op het strand
beleefd, ook tegen die tijd in de middag, waarop de meeste mensen weer huiswaarts gaan- maar nimmer weer heb ik die positieve,
trancedente ervaring meer gehad, die ik zo jong reeds herrinerde, wat ik onder diezelfde omstandigheden -onder diezelfde zon-
beleeft moet hebben.
De saaie, liefdeloze werkelijkheid won het
van zoiets schoons, dat ooit, zo lang geleden, gebeurt moet zijn, en nu -of beter gezegd toen- wanneer ik in een situatie
geraak die zo sterk op die ervaring gelijkt, herinneren kan als een wees zijn moedertje.
Het strand zou me oa. om die reden altijd
blijven trekken.
Wanneer ik wist dat ik vanavond
zou sterven, zou ik meteen hier naar toe gaan, het strand en de ruige duinen, waar ik klaarblijkelijk vandaan kom en waar
ik hoogstwaarschijnlijk heen moet gaan. (wordt -waarschijnlijk- vervolgd)
___________________________D N H_________________________