Sommige mensen denken dat ik, omdat ik zo anti-autoritair ben, gek ben op a-socialen.
Die zien mij dan lopen en zeggen: 'He, daar
heb je De Nieuwe Hillterman, die zo een hekel aan autoritair gedrag heeft- zal-ie vast wel gek zijn op a-socialen en aso's!'
Maar pas op! Die mensen hebben het helemaal niet begrepen!
Ik heb een hekel aan autoriteiten, maar ik
heb ook (of zelfs nog meer) een gruwlijke hekel aan a-socialen, onaangepasten, brutalen en idioten! Ik vind zelfs dat de autoriteiten,
die er zijn om deze a-socialen uit te wieden, hun werk niet goed doen en te zacht straffen, terwijl ik falikant tegen het
strafrechtsysteem ben!
Ik heb dus een zeer grote hekel aan a-socialen
en dat zal u niet verwonderen, wanneer ik hier uit de doeken zou kunnen doen wat mij al overkomen is inzake a-socialen en
wat zij reeds in mijn leven hebben aangericht. Helaas ben ik dat niet bij machte, simpelweg omdat de werkelijk duizenden ervaringen
met a-socialen mijn herinneringsvermogen te boven gaan. Ik heb de afgelopen vijftien-twintig jaar zoveel meegemaakt dat het
nagenoeg onmogelijk is alles -met een verduidelijkend verhaaltje toegelicht- hieronder te beschrijven, of ik zou nog eens
veertig pagina's moeten schrijven- zoveel is dat!
U moet de door mij omschreven situatie's dan
ook zien in het licht van duizenden soortgelijke onmenselijke behandelingen van duizenden a-socialen en gekken in Nederland.
De aantijging als zou ik zelf verwijtbaar
zijn of verkeerd reageren inzake mijn omgang met anti-socialen zal ik hier negeren, omdat haar oorzaken liggen in datzelfde
immorele, a-sociale gedrag en denken.
Hieronder volgt een korte uiteenzetting van
de meest voorkomende a-sociale en/of criminele gedragingen waarbij sommige soorten van a-sociaal gedrag (gedeeltelijk)
ook onder andere soorten vallen. Pesten bijv. kan zijn opmerkingen maken (duidelijk hoorbaar) en kan tevens schelden en/of
scheldwoorden noemen behelsen.
1. Uitschelden
2. Vitten
3. Valsbeschuldigen
4. Bedreigen
5. Mishandelen
6. Bestelen
7. Sexueel intimideren
8. Misbruiken
9. Pesten
10.Discrimineren
11.Anderzins lastigvallen of onmenselijk behandelen
1. Uitschelden
Uitschelden hoeft niet altijd te betekenen
dat dit openlijk of hardop gebeurt. Zo sisde een oude man bij ons in de bibliotheek mij eens, toen ik met mijn rugzak langs
hem liep, zachtjes maar duidelijk hoorbaar toe: 'Zak!', of schelden bijv. verkoopsters me nog al eens uit voor 'miet' of 'nicht',
wanneer ik bedankt heb gezegd.
Maar uitschelden (en dan schreeuwen) gebeurt
nogal eens door groepjes allochtonen (altijd: homo!) of als ik op of in de buurt van een homo-ontmoetingsplek ben (ook als
ik er geen bezoek breng).
'Pedo', 'pedofiel' of zinspelingen daarop
moet ik ook vaak aanhoren, of 'zwerver' of toespelingen daarop evenals 'gek', 'wous' (in Den-Haag), 'mafkees' end.
2. Vitten
In eender welke groep mensen ik me bevind
gaan op den duur mensen vitten op mij en willen me de schuld van allerlei (onnozele) dingen geven. Maar op straat en op openbare
plaatsen kom ik dit gedrag ook vaak tegen. Wanneer ik ergens een boterhammetje smeer krijg ik regelmatig reactie's van mensen/schoonmakers
in de trant van 'het is hier geen hotel' of 'denk je soms dat je thuis bent?' naar m'n hoofd of hebben passanten opmerkingen
over het 'vuil' dat ik zou maken.
En dit in een land waarin de gemiddelde allochtoon,
die iemand op straat doodslaat omdat 'm werd gevraagd niet op de stoep te scooteren door alle omstanders met rust gelaten
wordt!
3. Vals beschuldigen
Jaarlijks wordt ik altijd gemiddeld zo'n vier, vijf
maal vals beschuldigd van winkeldiefstal. Dat wil zeggen dat personeel me, onopvallend of niet, in de gaten houdt cq. achtervolgt.
Soms gaan ze daarbij ook vitten, zoals die keer dat ik aan een appeltje rook, of gooien me uit de winkel: ik zou stinken of
niet even mogen uitrusten aan de uitgang.
Ook ben ik een keer door politieagenten aangehouden
die in mijn tas wilden kijken en om bonnetjes vroegen. Bij navraag bleek mijn capuchon de boosdoener ('t regende pijpestelen!)
en 't feit dat ik winkel in winkel uit ging (op koopavond!). Van discriminatie was natuurlijk geen sprake, en ze hebben mij
nooit meer gebeld, hoewel ze dat beloofden wanneer ze mij op het bureau hadden nagetrokken!
Maar ook buiten winkels speelt het valsbeschuldigen
een rol in het gedrag van a-socialen en immorelen.
4. Bedreigen
Bedreigen komt zeer vaak voor, maar hoeft
niet altijd letterlijke verbale bedreigingen te zijn. Een dreigende houding aannemen gebeurt heel vaak door lichaamshouding
en intonatie.
Maar ook daadwerkelijke (doods-)bedreigingen
komen voor, zoals laatst door een marrokaanse jongen: 'Jij gaat dood!', terwijl hij met zijn mobieltje zijn vrienden waarschuwde,
of doodsbedreigingen door een criminele, homofiele stalker die me jarenlang het leven zuur heeft gemaakt. 'Bij bedreiging
doen wij geen aangifte!' was het repliek van de politie, wat ook nog willekeur (discriminatie) is, gezien hun houding tot
enkele jongeren die laatst politiemensen dreigden iets aan te doen, wat alle kranten heeft gehaald!
5. Mishandelen
Hoe vaak heb ik wel niet tevergeefs bij de
politie gezeten die weigerden een aanklacht van mishandeling op te nemen- omdat ik niet (genoeg) gewond was of omdat 't geen
heterdaad betrof of God mag weten wat. In Nederland word ik dus niet door de wet beschermd en ben in feite vogelvrij, wat
een heel naar gevoel is wanneer je al bedreigd wordt. Maar hoevaak hebben mensen van Justitie mij niet toegebeten me op te
sluiten of op te laten nemen wanneer ik ook maar de minste bedreiging voor mijn omgeving zou gaan vormen?
Dat is niet alleen een grove daad van willekeur,
maar ook nog eens een zeer bedreigend meespelend achtergrond-feit in een situatie waarin ik al bedreigd/mishandeld wordt!
Ik heb dan weliswaar een blauwe maandag op
karate (Kushido) gezeten, maar dat is al jaren geleden en toen kon ik al niks!
Met m'n zware rugzak(ken), tassen en doodmoe-heid
verlang ik dan wel eens naar een landgoed, kasteeltje, bankrekening en lekker wijf in de keuken.
6. Bestelen
Gelukkig ben ik niet zo heel vaak letterlijk
bestolen van geld en/of spullen (alhoewel het de moeite waard zou zijn wanneer ik alles in ene keer geretourneerd zou krijgen),
maar des te meer van immaterieele zaken en indirecte, ook economische, waarden.
Wanneer ik bijvoorbeeld afgeleid word door
opdringerige dames of paren in het casino en daardoor geld niet win, word ik in feite bestolen, of wanneer mensen me wegpesten
hier of daar, word ik bestolen van de positieve contacten die ik er zou hebben kunnen leggen. Maar ook een aanbieding die
plotseling niet meer geldt, wanneer ik er op in wil gaan of onaardig, onvriendelijk gedrag of onwil mij te helpen (bijv. personeel
van de sociale dienst), is in feite pure diefstal.
7. Sexueel intimideren
Ik heb kennelijk nogal wat sex-appeal gezien
de vele malen dat ik, vooral door (rijpere) dames en homo's -maar ook wel jongeren en zelfs minderjarigen (beide geslachten!),
daarop -op onaantrekkelijke wijze- werd gewezen. Op ontmoetingsplaatsen voor homo's en in homosauna's bijv. uit dat zich in
't grijpen naar de genitalieen wanneer je passeert (niet in de dark-room!), het eindeloos achtervolgen (waarbij je, wanneer
je vraagt om met rust gelaten te worden, altijd verzekerd wordt dat iedereen toch mag gaan en staan waar hij wil!), en
anderszins pesterijen wanneer ik niet wens in te gaan op uitnodigingen. Op straat word ik nog al eens verbaal geintimideerd
door jongeren(meiden) en rijpere en oudere vrouwen (opmerkingen en staren).
Walgelijk en zeer irritant op den (lange)
duur.
8. Misbruiken
Als pedofiel -tenminste: zoverre ik dat ben-
ben ik vanaf mijn zeventiende tot mijn veertigste vele malen misbruikt door homo's. Zij profiteerden schaamteloos van het
feit dat ik geen vriendje mocht hebben die slechts enkele jaren jonger was dan ik, en het feit dat er een hetze en leugenstroom
tegen mij (vanuit de media en de fascistoide justitie) op gang is gezet.
Door drugsgebruik (aangezet door de pedohetze
en het vriendschapsverbod) werd ik gedwongen door middel van homo-prostitutie m'n geld te verdienen, wat ik nooit gedaan zou
hebben wanneer mijn rechten in acht zouden zijn genomen en diezelfde hetero's/homo's niet van de foute (en voor hunzelf lucratieve)
veronderstelling uit gingen dat je tot je zestiende wilsonbekwaam bent en na je verjaardag als een oude rot ervaren bent en
plotseling niet meer 'misbruikt' kan worden.
9. PESTEN
Sinds de media de pedo-hetze begonnen (en
waarop het justitie-apparaat handig inspeelde) ben ik bijna dagelijks het middelpunt van pesterijen geweest. Maar ook buiten
de pesterijen om ben ik altijd hevig gepest geweest (door volwassenen alswel door kinderen), en heb ik daardoor veel psychische
en economische schade opgelopen.
Maar het misdadigst is wel de houding van
justitie(-medewerkers), die stelt dat ik niet gepest werd, maar meen gepest te zijn en in werkelijkheid geestesziek ben, waardoor
het voor mij slechts lijkt dat ik gepest werd. Erg moeilijk je hiertegen te verweren omdat de bewijslast nogal ingewikkeld
is (of het zou moeten zijn dat bv. kinderen op school en mensen (homo's) op het werk ook veel gepest worden, waar de media
en de overheid zelf over publiceren!), en zeer misdadig, omdat hiermee mijn rechten zo geschaad worden.
10. ANDERSZINS PESTEN EN/OF LASTIGVALLEN
Talrijk zijn de a-socialen die op straat me
expres dreigen aan te lopen/rijden.
Voor de eerste de beste Turk deinsen hele
volksstammen opzij (vaak genoeg gezien), maar als ik aan kom lopen, met een grote rugzak op m'n rug, een kleine op m'n borst
en vaak nog 'n plastic tas in m'n hand komen ze bijna allemaal, me recht in de ogen kijkend, dreigend op me aflopen en weigeren
om me heen te lopen (terwijl dat voor hen veel minder moeite is, zonder bagage). Maar ik ben ook verscheidene malen door passanten
geslagen, omdat ik ze 'in de weg' zou lopen.
Wanneer ik erop in ga keren steevast andere
mensen (die amper weten wat er gebeurd is) zich (dreigend) tegen mij.
Alsof dat nog niet genoeg is rijden mensen
op hun fiets vaak op me in (die dus op de stoep, voetpad, door 't rode licht of zebra-pad rijden) -wel een of twee maal per
dag! (Haarlem), komen ze vanaf de rijweg de stoep op fietsen (op mij inrijdend terwijl ze me midden in het gezicht kijken),
en allen reageren, wanneer ik er wat van zeg, of niet, of onbenullig of dreigend. Zelfs de politie reageert corrupt wanneer
ik ze erop aanspreek ('mijn wijk niet, uw zaak, waarom gaat u dan niet opzij en u loopt toch ook wel eens op de weg').
Ik ben zelfs menigmaal door automobilisten
expres bijna aangereden op stoepen, zebrapaden en bij het oversteken (waarbij ze 't stuur omgooien om me bijna aan te rijden).
Maar ook hele andere pesterijen van burgers
moet ik me laten welgevallen.
Zo stond ik op Koninginnedag 'ns speldjes
met oranje lintjes te verkopen en had m'n tasje een paar meter van mij vandaan neergezet. Een of andere a-sociaal vond 't
nodig (terwijl toch overduidelijk was dat het mijn tas was) om in de tas te kijken!
Toen ik hem erop aansprak had-ie nog praatjes
ook!
Duidelijk geen geval van poging tot diefstal
maar pesterij!
PROFIEL VAN DEN A-SOCIAAL
Negen van de tien keren zijn schreeuwers en
mensen die buiten proportioneel hard praten/lachen a-socialen.
Vaak zie je ze dan, helemaal genietend van
de aandacht, om zich heen kijkend naar passanten, alsof ze zich willen vergewissen of ze wel opgemerkt worden. Soms zelfs
-wanneer ze zo a-sociaal zijn dat ze haast geestesziek -lees gek- ervan zijn keren ze zich dreigend naar omstanders die volgens
hen te veel naar hen kijken (zelf meerdere keren meegemaakt).
Meestal is het geschreeuw een communicatiemiddel
geworden, wanneer schreeuwen de plaats heeft ingenomen van gewoon, zachtjes en verstaanbaar converseren, maar soms tref je
-meestal jongelui van het vrouwelijk geslacht- zielepoten die er behagen in schijnen te scheppen om doelloos -'t pesten en/of
aandachttrekken niet meegerekend- te gillen. Op straat, in het openbaar vervoer of in het bos tref ik de geestelijk armen
en -achtergestelden maar wat vaak aan: gillen om 't gillen, dus niet om iets duidelijk te maken, maar gewoon gillen.
Turken en Marokkanen van het mannelijk geslacht
hebben er ook een handje van (van hard converseren): dikwijls betrapte ik ze erop in de vroege ochtend, wanneer ik rustig
een kopje koffie nuttigde bij MacDonalds of de Burger King, dat ze, geheel ongegeneerd en totaal (klaarblijkelijk) onbewust
van het feit dat ze de serene, stille ochtenduren zo bars onderbraken door binnen te komen en -wanneer je niet beter wist
zou je denken dat ze ruzie met elkaar maakten- met hun zware mannenstemmen -soms zelfs expres er behagen erin scheppend- op
luide tot zeer luide toon, zonder zich ook maar iets van de andere gasten aan te trekken, met elkaar schijnen te moeten praten.
En wee het gebeente van hen, die er wat van zeggen, want dan zijn de heren hevig beledigd en zoeken vaak hun vlucht in
dreigen cq. mishandelen (buiten op staan te wachten).
Hiermee kom ik meteen op de tweede eigenschap
van a-socialen: geen respect voor anderen kunnen opbrengen.
Een a-sociaal kan alleen en slechts dan respect
voor anderen hebben wanneer ze er bang voor zijn.
Zodoende ben ik er al een paar maal op aangesproken
wanneer ik (de spaarzame keren) eens iets te hard sprak (in de bibliotheek bijv.), maar worden jongelui in bovenstaand voorbeeld
en in de gevallen dat a-socialen herrie maken op openbare plaatsen (bijv. in diezelfde bibliotheek)(hard praten/hard lachen)
door de zichtbaar hevig geirriteerde omstanders volledig met rust gelaten: voor mij (nette, totaal niet gewelddadig uitziende
jongeman die altijd alleen is) zijn ze niet bang, en is er dus geen respect, en kan dus op gevit worden, maar voor bijvoorbeeld
allochtone jongeren (waar menigeen liever een straatje voor omloopt), die bijna altijd in groepjes zijn (en dus bij een gewelddadig
treffen altijd de overhand hebben) heeft de a-sociaal angst en dus respect (en laat ze dus -ook bij hevige irritatie- ongemoeid).
De willekeur die uit dit gedrag voortvloeit
is onnoemelijk, maar laat de a-sociaal (die dus ook geen zelfrespect heeft) natuurlijk totaal koud.
Hiermee geraken we meteen bij de derde eigenschap
van a-socialen (die dus geen zelfrespect kennen), welke is lafheid.
Een a-sociaal is ongegeneerd laf en lafhartig.
Bekend is het voorbeeld van de Marokkaan die bij een ruzie al z'n vriendjes optrommelt om met een hele groep een of twee tegenstanders
te lijf te gaan, om er dan nog trots op te zijn ook! Terwijl een kind weet hoe laf het is om met z'n allen tegen een of twee
te vechten zijn zij er trots op!
Nog een aspect van de a-sociaal is zijn/haar
eigenwaan. Een a-sociaal is altijd hooghartig en loopt het liefst met zijn dure, meestal niet al te eerlijk verkregen kleren
en sieraden, zonder ook maar iets aan anderen gelegen te laten liggen, te pronken over straat, waar natuurlijk iedereen omheen
moet lopen en die nooit eens voor een ander opzij gaat (of het moeten nog a-socialerer personen zijn), meestal met de kin
iets omhoog.
De binnensteden van Den-Haag en Rotterdam
krioelen ervan: mensen die nog nooit een dag iets tekort zijn gekomen (hevig verwend) en bij het minste of geringste, wanneer
ze hun zin niet krijgen, hevig spartelend gaan protesteren.
Hiermee komen we meteen bij de volgende eigenschap
van de a-sociaal welke is verwendheid. Zelden is de a-sociaal in zijn jeugd niet verwend, dat wil zeggen: onevenwichtig opgegroeid.
Hij/zij eet veelvuldig ongezond en is totaal
onaanwendbaar of geinteresseerd daar enige verandering aan te brengen en ontkent soms zelfs 't feit dat een ongezonde voeding/levensstijl
een negatieve uitwerking op hem/z'n leven heeft. Dit heeft natuurlijk te maken met de gebrekkige informatie die hij van huis
uit over dit onderwerp heeft meegekregen, maar nog meer met de hevige gevoelens van onbehagen welke gepaard gaan met 't overschakelen van
een ongezonde levensstijl naar een (wat) gezondere, waar de verwende a-sociaal totaal niet op berekend of mee bekend
is.
Daarom straft een a-sociaal zichzelf: niet
om het kwaad dat hij ongetwijfeld een ander aandoet, maar wat-ie -ongewild en onbewust- zichzelf aandoet!
En gelukkig maar, anders zat de hemel vol
met a-socialen!
Nog een eigenschap waar de a-sociaal aan te
herkennen valt: hij is sensatiebelust en te imponeren met sensationele capaciteiten. Voor iemand die goed kan vechten bijvoorbeeld
heeft hij veel respect, terwijl baldadigheid en vandalisme een plezierig tijdverdrijf voor hem zijn. Als kind zal-ie fikkie
steken en ruiten ingooien, en terwijl gezonde kinderen bijv. de natuur intrekken en door een mooie paddestoel geintrigeerd
raken zal hij daar z'n neus voor ophalen (te saai) en hooguit bekoring vinden in die paddestoelen kapot te trappen!
Zo ontstaat een beeld van een a-sociaal
die luidruchtig, laf en respectloos, hooghartig, ongezond, baldadig en sensatiebelust is, allemaal symptonen met een hoge
mate van overdraagbaarheid op zijn omgeving, dus een groot gevaar voor de mens en de jeugd in een sentimenteel en intellectueel
toch al tekortschietende samenleving!
DE A-SOCIAAL EN DE SAMENLEVING
De werkelijke oorzaken van het gedrag van
een a-sociaal liggen niet bij de a-sociaal zelf of in zijn gedrag, maar in het geheel in het falen van de samenleving
en haar sociale en pedagogische capaciteiten met betrekking tot opvoeding en rechtsspraak.
Collectief blijken we niet in staat te
zijn de opkomende generatie's te behoeden voor a-sociaal gedrag, en ligt niet de 'schuld' bij de personen die a-sociale en
criminele daden begaan, zij zijn het slachtoffer van een volledig inferieure persoonlijke en maatschappelijke opvoeding.
Daarom is een strafrechtsysteem ook zo nutteloos,
falend en zelfs (mede) de oorzaak van uiteindelijk weer dat a-sociale gedrag bij mensen.
Een inferieur opvoedingssysteem heeft als
oorzaak de tekortschietende en onrealistische overtuiging inzake autoriteit en mens(-waardigheid).
Zolang een mens onmenselijk wordt behandeld,
of dat er onmenselijke eisen aan hem worden gesteld, -door autoriteit of door anderen- zal die mens zelf ook onmenselijk (lees:
a-sociaal, crimineel of immoreel autoritair) worden en blijven.
A-socialen zijn als kind vreselijk veel tekort
geschoten en mishandeld.
Er werd van hen teveel verwacht, terwijl hun
grondrechten hevig werden geschaad.
Vaak zijn hun vrienden, en mensen waartussen
ze wonen en leven (achterstandswijken) ook allemaal verkeerd opgevoed en in hun jeugd onmenselijk behandeld door allerlei
autoriteiten.
Wanneer iedereen in je omgeving een bepaalde
overtuiging of gedrag handhaaft, neigen wij deze overtuiging of gedragskenmerken alsvanzelf over te nemen, waardoor ze nog
meer zullen worden geconditioneerd a-sociaal of immoreel, al dan niet autoritair gedrag (tegen anderen en minderen -kinderen
bijvoorbeeld-) ten toon te spreiden, zodat de circel rond is en de samenleving de nieuwe generatie's infecteren.
Deze circel zou zijn te doorbreken, wanneer
de leiding over het land, de politiek, en uiteindelijk weer het volk zich bewust werd van deze ontwikkeling.
Dit heeft ook allemaal te maken met hoe wijzelf
(dus de a-socialen en de niet a-socialen, en iedereen er tussenin) tegen onszelf aankijken.
Men zoue de massa, of de mens of haar (deze)
samenleving, of liever nog gezegd onszelf, feitelijk moeten bezien als die Moeder Aarde die daar in die ruimte zweeft. (Lijkt
te zweven; in feite zijn het natuurlijk de onzichtbare krachten van de zwaartekracht die haar in positie houden.) Ontegenzeggelijk
heeft zij twee kanten: een donkere (waar het nacht is), en een lichte (waar het dag is), en is het het ene moment, wanneer
het hier dag is, aan de andere kant van de wereld nacht, en het andere moment, wanneer het hier nacht is geworden, daar weer
dag! Op hetzelfde moment, dat het hier 't helst van de dag is, is 't op de andere kant -geloof 't of niet- in het holst van
de nacht.
Nu, de algemene opvatting die er heerst over
ons gedrag is er een van, om haar maar even met die draaiende aardbol te vergelijken, die ontkent dat de aarde een donkere
kant heeft, laat staan dat ze erkent, dat de wereld, die aan de ene zijde in donkerte gedompt is, op hetzelfde moment aan
de andere kant in het helste daglicht baadt!
Net als die mens in oude tijden niet zou kunnen
bevatten dat de aarde een ronde bal is die ronddraait, waarvan de as scheef staat, en de wereld waarin hij leeft niet werkelijk
een dag en een nacht hebben, en dat wanneer het nacht is hier, 't daar (aan de andere kant van de wereld) dag is en vice verca,
zo zien de mens en haar (wereld-)leiders van vandaag (anno 2004) niet in, dat hij/zij ook een slechte, amorele zijde heeft,
laat staan dat deze immorele kant in feite niet slecht blijft, in verschillende situatie's. Crimeneel en a-sociaal gedrag
en criminelen en a-socialen en het probleem dat ze vormen zouden wijzelf niet moeten bezien als anderen, die met geweld gedwongen dienen
te worden verbeterd, maar als iets dat veranderlijk is, in die zin dat de dader ook slachtoffer was (in het verleden),
en het slachtoffer eveneens dader is, en dat dat gedrag en die immoraliteit ook in onszelf aanwezig is (en dat we zelf dus
ook schuldig zijn en zo 't recht op straffen verspelen!).
Zij voert hevig verzet tegen deze nachtzijde
van hunzelf en de mens -overheden en rebellen-, de man van de straat en U en
zelfs ik, terwijl, wanneer we ons neer zouden leggen bij het feit dat immoreel en crimineel gedrag gewoon een natuurverschijnsel
is, en door onszelf wordt veroorzaakt, waartegen we niet zouden moeten strijden (met alle nare gevolgen vandien), we veel
meer aan de realiteit en waarheid zouden appeleren, en het gevolg daarvan, namelijk een rechtvaardiger en socialerer samenleving,
snel merkbaar zou zijn.
WIJ, DE SAMENLEVING EN DE ANDER(EN) EN DE
ANTROPOSOFISCHE WETTEN EN BEPALINGEN VAN HET HEELAL.
A-sociaal en crimineel gedrag vormen samen
met oorlogen, natuurrampen en ziekten en ongelukken een groot deel van het menselijk leed dat mondiaal heerst over iedereen
die hier geboren werd. De overheden, die toch dit gedrag juist proberen tegen te gaan, zijn zelf echter ook onderhevig aan
a-sociaal gedrag in de vorm van oorlogen en bij binnenlandse onrusten.
Het probleem nu bij het bestrijden van a-sociaal
gedrag is dat ze mondiaal heerst en ook met een mondiale, integrale aanpak bestreden zou moeten worden.
Antroposofisch gezien zou het niet alleen
onmogelijk zijn om in een stuk (afgesloten) gebied het sociale peil te cultiveren, maar ook volkomen nutteloos, daar de invloed
van de landen eromheen altijd hun verdervelijke, overdraagbare a-socialiteit zal doen gelden laten!
Nu, wat De Nieuwe Hilterman onze eigen Nederlandse
regering niet duidelijk maken kan, of liever gezegd toe dwingen kan -wat ik, ik moet het hier niet helemaal zonder verkondigingsdrift
toegeven, graag zou willen kunnen (maar dat zullen de oplettende lezertjes wel reeds door hebben)- kan hij u de buitenlandse
regeringen dus helemaal nooit niet wijsmaken! (Ja, echt: wanneer zich een kans voor zou doen, dat hij, desnoods met de inachtneming
van de nodige menselijke verliezen, aan het roer van Wereldheerschappij kon gaan staan -onverbiddelijk en almachtig-, zoue
hij dien kans niet laten lopen!)
(wordt vervolgd)